Met mijn betere wederhelft wandelen naar de dorpswinkel. De hond gaat mee. In de winkel zeg ik tegen de uitbaatster wat een lekker ding zij is. Zij zegt terug, dat zij zo’n opmerking ook van haar man verwacht, maar nooit meer krijgt. Mijn betere wederhelft zegt dat ik iets goeds heb gezegd.
0 Comments
|
|