Mijn inspiratiebron daarbij was de eerste elpee van de Amerikaanse band Suicide met dezelfde titel. Tot op het bot uitgeklede rockabilly, met rudimentaire zang van Alan Vega met op de achtergrond pompende elektronische beats. Het “tot op het bot uitgeklede” was een omschrijving die ik in de Oor’s Popencyclopedie las bij het lemma “Suicide”.
Het bracht me er toe na te denken over een tekstvorm, een prozavorm die qua verhaallijn slechts een gebeurtenis en een pointe zou bevatten en wel in een zo kort mogelijke vorm. De pointe wilde ik er in hebben om in een dergelijke prozavorm een onzichtbare laag aan te brengen die zichtbaar wordt door die pointe.
Het deed me ook nadenken over de naam voor een dergelijke prozavorm. Qua klank heb ik “micro” altijd erg mooi gevonden, mooier dan “mini” of “nano” en aangezien ik de pointe in een sfeertekening wilde inbouwen kwam ik als nel op een “schets”. De naam “microschets” was geboren. Een vorm waarin ik meer tekst in kwijt zou kunnen dan in een aforisme, maar niet langer dan, zeg, een zin of vijf.
Een van de eerste microschetsen die in Letterlik verscheen en die ik nu uit mijn geheugen opvis — mijn verzameling Letterlik’s zijn niet meeverhuisd naar Roemenië —, ging ongeveer als volgt:
Heb je een gedachte, pak deze dan beet en plak die vast voor later.
Daaronder was een stuk plakband bevestigd. Experimenteren met vorm en inhoud was wat mij altijd heeft gefascineerd en wat ik in Letterlik goed kwijt kon.
In de loop der jaren daarna heb ik slechts sporadisch nog microschetsen geschreven. Ik had er de rust en het evenwicht niet voor. Ik heb ooit nog wel in 1994 een veertien microschetsen geschreven en gebundeld als Het huwelijk is een taaldaad. 14 mikroschetsen naar aanleiding van een huwelijk in een genummerde en gesigneerde oplage van honderdvijfentwintig exemplaren ter gelegenheid van het huwelijk van twee goede vrienden van me, en dat was het wel zo’n beetje:
Het huwelijk is een taaldaad IV
‘Dan mag u nu de bruid kussen.’
‘Mag dat nu pas? Maar ik heb haar al zo vaak gekust.’
Twintig jaar later en in een ander land is het me de tijd gegund me weer te wijden aan het verschijnsel microschets.
Me ook te wijden aan andere aspecten van de microschets. Zo vroeg ik mij gister af in hoeverre het verschijnsel microschets verspreid is. Het eerste instrument om dat te achterhalen is natuurlijk Google. Ik zocht op het lemma “microschets” en kwam tot het ongelooflijke aantal van elf verwijzingen, elf!
Ik kwam een Twitter–conversatie tegen met een oud–redacteur van Letterlik in de verwijzing ‘Tweets about #microschets hashtag on Twitter’:
1. Danny Habets 7 Apr 2011
@Ran_du_Nica Ik versta dat als #solipsisme, of heb ik het mis? Overigens opent de titel Microschetsen enkele deurtjes in mijn geheugen.
Băzingă Consultancy @Ran_du_Nica 7 Apr 2011 Zutphen, Gelderland
@dannyhabets #solipsisme — zo had ik het nog niet bekeken. En geheugendeurtjes? Tsja, bij herlezen van #Letterlik hervond ik de #microschets
Ik vind nog steeds, ook vier jaar na die cenversatie dat Danny Habets een punt heeft: solipsisme, er is maar één bewustzijn, dat van de waarnemer.
Het mooie is dat dat naadloos aansluit op de colleges rechtsfilosofie van Professor Meester Jack ter Heide. Een zeer lezenswaardig artikel is hier te vinden. Volgens hem is bij rechtspraak de kunst de werking van contexten [bij rechtspraak door rechters] expliciet te maken en onder woorden te brengen. Het is de subjectieve mening van een rechter die gebaseerd is op de eigen contexten en die eigen contexten mogen niet nadelig werken voor een gedaagde. In zijn latere colleges maakte hij duidelik dat met name Merleu–Ponty en de existentioneel–fenomenologische benadering daar het uitgelezen instrument voor is.
Dat is eigenlijk de essentie van een microschets: mijn, de enig bestaande, waarneming expliciet maken in tot een literair niveau getilde waarneming.
Juist daarom bevreemdt mij een van de elf verwijzingen van Google. Een link naar een necrologie van Martin Bril waarin deze wordt beschreven als de “meester van de microschets”. Waarom het mij bevreemdt is dat de term microschets gebruikt wordt terwijl die term eigenlijk alleen bij door mij geschreven teksten terug te vinden is. Te meer daar de schrijver of schrijfster van de necrologie niet eens uitlegt in het artikel wat een microschets nu eigenlijk is. Had ook moeilijk gekund — deze essayette is een eerste poging het verschijnsel microschets te duiden.