‘Ja.’
‘Jij hebt toch een arbeidsongeschiktheidsuitkering?’
‘Ja, dat klopt.’
‘Krijg je toch korting op van alles — de trein, ziektekostenverzekering, belastingen...’
‘Ja, dat klopt.’
‘Wist je ook dat als je mijn buurvrouw neukt, je ook korting krijgt?’