Gisteren zat ik rond de middag wat te ontwerpen voor een Duits–Nederlands bedrijf, toen Isza de voorkamer in kwam:
‘Zullen we nu toch niet weggaan?’
Ons wekelijkse zondagbezoek aan de kinderen in Bahnea. Ik keek naar buiten en zag dat de weg reelijk was. Weliswaar met sneeuw op het wegdek, maar even te voren was er een door de gemeente ingehuurde strooiwagen langsgekomen. Het was te proberen.
Ik heb geen winterbanden, maar wel een sneeuwstand gekoppeld aan de automatische versnelling. Met ietwat meer tractie op de voorwielen en veertig kilometer per uur gingen we naar Bahnea.
De weg er naar toe ging nog wel, behoudens die medeweggebruikers die al bellend uit tegenovergestelde richting kwamen en meenden dat het midden van de rijbaan de juiste rijbaan was.
In Bahnea aangekomen kwam ik het weggetje naar boven, naar de zigeunerwijk niet op — niet getreurd; de auto beneden geparkeerd en naar boven gelopen, de steile straat op. Dat voelde ik wel aan mijn rechterheup. Pijnlijk bewust van mijn heupeuvel kwam ik boven.
Leuker was het Antonia tegen de door ons meegenomen mandarijnen “manda” te horen zeggen.
Terugrijdend was de weg verslechterd — maar niet onoverkomelijk. Thuisgekomen van witte wijn met honing, suiker, kaneelstokjes, jeneverbessen, laurierblad en kruidnagelen gin siert gemaakt — gin siert is plaatselijk dialect voor vin fiert, in goed Nederlands glühwein.
Vanmorgen bij het loslaten van de kippen, het te eten geven van honden en konijn bleek het nog meer gesneeuwd te hebben. Niet dat het een ramp is, want momenteel, terwijl ik dit opschrijf smelt de sneeuw op het dak en geeft waterplassen op het erf.
Voor Isza is het wat zwaarder — niet echt gewend iets voor haar zelf te doen is zwar. Werken op het land of in de tuin, dat hoeft niet. Eten maken en wat schoonmaken en af en toe een vreselijke Turkse soap op Kanal D. Gelukkig vond ik gister op een freelancepagina op internet een opdracht voor het maken van een zestal illustraties. Daar is ze ook goed in, hoewel ze eigenlijk helemaal niet in haar eigen kunnen gelooft... ...we zullen zien.