We zeiden toe dat als Buscuni betaalde we taxi voor haar zouden spelen. Vervolgens een uur later kreeg ik een telefoontje van Ne Costel, hij had gehoord dat we de volgende dag naar Târnăveni zouden gaan: ‘Mijn vrouw moet naar de kapper in Idrifaia, kan ze met je meerijden?’. ‘Maar natuurlijk!’.
De volgende uchtend stonden we voor negenen bij de poort van Ne Costel. Tanti was al klaar en stapte fluks in. Vervolgens naar Buscuni. De poort was open. Het huis zat potdicht. De televisie maakte een hels kabaal en Buscuni hoorde ons niet... ...ze was nog niet eens aangekleed... ....ik ging terug naar de auto, om Tanti Lenuța gezelschap te houden en uit te leggen dat we nog even moesten wachten — zo kon Isza Buscuni helpen met aankleden.
Buscuni is zeer slecht ter been en is af en toe verward, niet al te erg, maar soms wel een beetje lastig — veel mensen in het dorp willen niets met haar te maken hebben. Zelfs haar eigen familieleden niet.
Ze moest naar Târnăveni om een verklaring van het ziekenhuis te krijgen wanneer ze de afgelopen vijf jaar was opgenomen op de Psychiatrische Afdeling. Verder moest ze naar een advocaat, de groentemarkt en de doe–het–zelf¨zaak bij de groentemarkt voor een kilo gips.
Het bleek dat ze tijdens een vervelende uiting van haar psychisch ongemak klaarblijkelijk een huis had verkocht terwijl ze eigenlijk was opgenomen. Voor beide acties hadden haar kinderen gezorgd — de verkoop en de opname. Nu wilde ze via een rechtszaak die koop weer laten terugdraaien.
Dank zij het enorme voortvarende optreden van de archivaris van het ziekenhuis was de verklaring er binnen het uur — de goede man wilde daar niets voor hebben en wenste ons veel gezondheid.
Het was ook de eerste keer dat ik door de poort het terrein van het ziekenhuis op mocht. Mijn invalidenparkeertkaart deed weer wonderen. Dat bij het uitrijden van de poort een andere portier weer erg moeilijk deed en duidelijk zat te vissen naar geld voor een biertje deed ik af met het relaas over de archivaris zijn gedrag en inzet.
Al gauw bleek dat Isza naast moest optreden als personal assistant — ik zei haar dat de volgende keer we echt wat meer gaan vragen dan vijftig lei. Isaza regelde alles in het ziekenhuis, bij het lopen, in de winkel en op de groentemarkt. We moesten van Buscuni voor haar ook boodschappen doen bij de Penny Market. Ik zei haar dat dat wel een pakje sigaretten voor Isza ging kosten. Buscuni vond het prima.
Vijftig lei had ik aan Buscuni gevraagd — ongeveer de helft van de gebruikelijke tarieven. Bij de korte stop in Idrifaia om Tanti Lenuța te laten uitstappen vroeg Buscuni haar of ze mij wel betaald had. Ik zei haar dat we dat al lang en breed hadden opgelost want we zouden pootaardappelen van Costel en Lenuța krijgen.
Aldus togen we richting de stad. Onderweg bleek ook dat Buscuni mijn huis ooit had overgekocht van een Saks en vervolgens had doorverkocht aan Nelu, de vorige eigenaar van het huis. Ze zei dat het hui aan Nelu was verkocht zonder haar medeweten... ...gelukkig zou de rechtzaak over haar eigen huis gaan en niet die van mij.
Als laatste was een stop bij de slager de bedoeling. Ze kocht een flinke lading vlees — zewel qua geld als qua hoeveelheid. Voor het eerst zag ik na jaren weer eens een briefje van tweehonderd lei — een briefje van honderd lei kan bij verkopers al vaak de paniek doen toeslaan omdat ze wisselgeld ontberen, of je dient genoegen te nemen met biljetten van vijf en voor de rest kauwgum, zoals bij de Termopane.
Terug bij de auto hoor ik mijn naam noemen. Twee gestrande dorpsgenoten, Viorica mijn oude buurvrouw met haar dochter Simona. Gestrand, want ze waren met de streekbus naar de stad gekomen, maar terugkeer zat er niet in met diezelfde streekbus, want een kapotte koppeling. De andere mogelijkheid zou normaliter de trein zijn, maar zoals ik in mijn vorige blog vertelde, rijden er geen treinen meer. Met de auto volgeladen en gezellig beppende mensen achterin gingen we weer naar Laslăul. Ik kreeg keurig vijftien lei van Viorica en bij Buscuni aangekomen nog twee glazen wijn en een glas rachiu.
Het verhaal is nog niet helemaal afgelopen. Er was een tassen in de auto omgevallen en een daarvan was met die met het vlees. Geheel per ongeluk had Simona een zak bevroren kippenpoten bij haar in de tas gedaan. Diezelfde avond stond ze aan de poort bij ons met een oh–jeetje–wat–erg. De volgende uchtend was Buscuni naar de Termopane gegaan om rond te bazuinen dat Simona kippenpoten had gestolen. Het eind van de middag kwam zelfs Gusti bij ons langs om te vragen hoe het nu eigenlijk zat. terwijl die kippenpoten al weer lang en breed bij Buscuni waren teruggekomen. Maar ja, dat goede einde heeft Buscuni nooit meer bij de Termopane verteld.
De dag dat de kippenpoten bij Buscuni terugkwamen was ook een mooie dag het graf van de vader van Isza schoon te maken. Isza was eerder die dag bij haar moeder een paar straatjes uien gaan poten en eenmaal klaar belde ze me op. Ik ging met de viooltjes die we de dag ervoor hadden gekocht naar Kleinlasseln. Met haar moeder erbij reden we naar het graf van haar vader.
Maar niet getreurd. ’s Avonds naar de Termopane gegaan om na een dag van vele indrukken met wat dorpsgenoten wat te kletsen en in mijn geval een Unirea en in Isza’s geval een biertje te drinken. Zoals altijd gaat Doutzen gezellig mee, Botul had geen geld meer en bietste een biertje.
de omcirkelde stipjes zijn hun achterwerken.
Volgende keer de telelens mee...