Het verhaal begint vorige week. Op Nieuwjaarsdag gaan we op bezoek bij een vrouwelijke evenknie in Blăjel, iets voorbij Târnăveni hier niet ver vandaan. Roelie, ook Nederlands en ook verliefd op dit land. We hadden haar leren kennen toen we bij Hans en Wilma, de eigenaren van camping Doua Lumi, een bakkie gingen doen. Roelie bleek hun buurvrouw. Iemand die van niets prachtige kunstdingen maakt. Kastjes, die me in de verte doen denken aan de kastjes van mijn goede vriend Kees Budinghț bij voorbeeld.
Het blauwste, Saksische, huis in Blăjel is van haar. Dus toen ik op Facebook las dat ze oliebollen had gebakken hoefde ik haar niet eens te bellen op welk adres ze ook al weer woonde, want dat blauwe was genoeg.
Prachtig huis, met prachtig erf met veel beesten, kippen, een inheems Ardealaans paard, sierduiven en honden. En nog een hond. Meegenomen door haar perfect Nederlands pratende manusje–van–alles Cristi, eveneens de grote regelneef op de camping. Wat bleek. Oud en Nieuw. Boem. Pats. Vuurwerk in Mediaș. Hond zet het op een lopen. Cristi vindt de volgende dag deze Duitse herder en neemt haar mee.
Vastgebonden aan een kar wordt ze door on opgemerkt en ik zie meteen dat Jacqueline haar niet meer wil loslaten.
Om een lang verhaal kort te maken, reden we met een extra passagier terug naar Laslău Mare.
De volgende dag moest Jacqueline met volle tegenzin weer terug naar Nederland en had ik twee honden op het erf.
In Jacqueline's aanwezigheid waren er nog geen problemen te ontdekken tussen Molda en Karma. Maar 's avonds alleen weer thuis begon het wederzijdse geblaf. Eén van die twee “flipped her piece to rock ’n roll” met een bitch fight tot gevolg.
Ik, in totale hondenkennisonkunde, dacht mijn erf is een heuvel 881 geworden. Hevig jankende Molda die door Karma scheen te zijn gepakt...
...ik wist niet wat te doen... ...Jacqueline had inmiddels contact met Roelie over dit hondengedrag. Met als gevolg dat Roelie en Cristi op bezoek kwamen om samen met Molda en Karma te gaan wandelen, zonder dat ik erbij was. Want ja, Molda vindt me lief, en Karma vindt me ook lief.
Met hun geweldige hulp, en Jaqueline's Skype–sessies, heb ik er nu goede hoop in dat het goed komt. In tegenstelling tot mijn normale gedrag moet ik het alfamannetje worden ten opzichte van Molda.
En nu ik dit zo opschrijf in alle verkoudheid en spleen, moet ik zeggen dat het stil is op het erf.
Cristi zei me onder de brandnetelthee dat hij eerder in mijn dorp was geweest. Om Vlaamse Reuzen te kopen. Hij vroeg me of ik geiten te koop wist.
Geiten. Dan is er maar een mogelijkheid: mijn goede vriend Jozi. Wij naar Jozi toe. Onderweg kwam ik hem tegen op zijn wagen met paard. Naast hem zijn vrouw Mariora.
“Ik ben op weg naar jullie toe.”
Uitgelegd waarom. Okee. Jozi was als een Maleier. Ik kreeg mijn eerste van drie glazen wijn. Vervolgens bleek dat Cristi en Jozi en de dochter van Jozi en Mariora heel veel gezamenlijke kennissen hebben in Blăjel. Ik heb in verbazing zitten luisteren.
Het eindigde met de veehandelarenhanddruk. Ik beschouw de wijn als mijn commissie.