De gedachte aan die rit kwam meteen in me op toen ik gisteravond tegen Șoni en Marius zei, dat ik met mijn auto toch van mijn terrein af wilde rijden, ondanks de door het geploeg van Nicușor zwaar onderbroken toegangsweg (zie de blog van gisteren):
‘Dat luk je nooit’.
‘Je wilt niet weten wat voor wegen ik heb bereden in Afrika, zelfs met een Nissannetje dwars door een rivier gereden’.
Gewoon goed observeren of er kansen waren. Raam open om te zien waar ik reed en heel langzaam uiteindelijk toch weer de asfaltweg opgekomen om naar de winkel van Anca te rijden voor thinner en schijf voor op de haakse slijpschijf. Șoni en Marius waren na hun werk op de bongerd naar mij gekomen om verder te gaan met mijn terras.
Kwam me ook wel goed uit, want ik kon meteen hem vertellen wat er met de weg was gebeurd. Gusti meteen mopperen op Nicușor, en het zou in orde komen. Verder weet ik nu ook dat ploegen vijf lei per are kost.