Tinker, een van de Devon Rexkatten kwam al na een dag op twee vanuit de schuur het erf op. Bumper, zijn broer, was wat afwachtender.
Maar mijn verbazing schetsend was hij gisteruchtend — terwijl ik op de iMac zoek was naar een aflevering van de Big Bang Theory op Kickass — op de vensterbank geklommen. Fluks naar binnen kijkend wat de huisgenoot van het bazinnetje aan het doen was.
Eigenlijk heb ik niet zo veel met katten op, maar voor deze twee broertjes maak ik een uitzondering, vooral als Tinker op mijn schoot gekropen koppies geeft aan mijn iPad.
In de uchtend schrijf ik altijd — inmiddels is het zondagmiddag — maar afgelopen vrijdag was een doorsneedag. Rustig in de zon, lezend in Lower, Wendy; Hitler’s Furies. German women in the Nazi killing fields; Boston; 2013 — het leven hoeft dan ook niet elke dag vol te zijn van avonturen.
Ik wachtte tot het tijd werd Kinga op te halen om haar met haar moeder Isza naar het station te brengen. na een dagje bij oma en oma ging zij weer terug naar Bahnea — het plaatsje waar haar lieve schoonfamilie woont, maar zij zich voor de rest een ongeluk verveelt met zwanger zijn.
De te lefeoon ging. Geen Isza, maar Dorina. Hoe het met gaat. Hoe het met Blonda gaat. wat ik aan het doen ben. wat Blonda aan het doen is.
Zo beginnen Roemenen in het gemeen altijd. Omslachtig en vriendelijk. Of we haar wilden helpen. Haar Volkswagen Polo stond voor de APK in Idrifai bij Joschka de garagehouder en tevens de man van een van de ambtenaressen op het Gemeentehuis van Suplac. Ondanks zijn eerdere belofte de Polo na keuring keurig terug te brengen, was hier roemeniëliter weer niets van terechtgekomen.
Ach, Dorina doet veel voor ons, zoals de was, dus volgens het ruilhandelprincipe reden we naar Idrifaia. En. Hier gaat natuurlijk weer niets zoals het lopen moet. Onderweg een stop in Suplac om twee jerrycans op te halen om voor een of andere Tanti diesel mee terug te nemen van het benzinestation in Idrifaia.
Met twee auto’s kwamen we bij Joschka. Het schudden van een hand. Een kletspraatje, ook met zijn vrouw die nog steeds herstellende bleek van borstkanker.
Garages in dit land hebben altijd wel wat leuks staan op aangrenzende erf. Zo ook hier: een authentieke UTB U–650 van de Uzina Tractorul Brașov. Een fabriek waar reeds in 1987 de eerste protesten ontstonden tegen de communisten — ‘We willen brood!’.
Teruggekomen bij Dorina, nog even blijven beppen, toen ik zag dat het reeds half twee was... ...de trein naar Bahnea gaat om een uur of twee. Gebeld en de moeder van Isza zei dat ze reeds op weg waren. Gauw richting Laslău Mic rijden — geen Isza met dochter te zien...
...weer thuis belde Isza te zeggen dat ze op het station stonden — niets gezien, ben dan ook niet het perron op geweest.
Ik besefte me dat ik al aardig aan het roemeniseren ben met het niet nakomen van toezeggingen. Ach, zei ze, ik je auto niet staan toen ik met Kinga naar het station liep, dus we dachten al dat er iets was tussengekomen. Șoni was langskomen om verder te gaan met het maken van een drietal schappen in de hangkast van Blonda. Geen bier in huis hebbende toog ik naar Tibi en kwam onderweg mijn lief tegen.
Haar dochter had een geweldige tijd gehad. Tevens was ze uitgevaren tegen haar nogal egoïstische oma: mama werkt altijd hard / is er altijd voor je / begrijp dan dat ze een vriendje heeft / dat ze bij dat vriendje en zijn huisgenote graag komt.
De boodschap bleek te zijn overgekomen. Isza vertelde me dat het gister exact vijf jaar geleden was dat haar vader overleed. Ze ging die middag bloemen leggen. Ik zei haar heel graag mee te gaan.
Het moet gezegd, naar Roemeense begrippen vind ik het een eenvoudig mooi graf, goed verzorgd. Dat kleindochters boodschap bleek te zijn overgekomen bleek wel toen Isza’s moeder meeging, met een grote fles water voor de meegebrachte seringen.
...op de achtergrond is het Duitse gedeelte van de begraafplaats te zien. Dit stukje begraafplaats is van de Roemeens–Orthodoxen, maar wordt net zo goed door de etnisch Hongaren gebruikt. Het laat weer eens zien wat een prachtige melting pot Roemenië eigenlijk is.
’s Avonds liggen we ineengestrengeld in bed en vraagt ze me of ik haar ooit de deur zal wijzen.