Bij mijn bezoek aan mijn broer vroeg de oudste me: ‘Oom Arjan, wat ga je met je verjaardag doen?’.
Ik vroeg hem of hij een voorstel had.
‘Wokken!!!’.
Voor ik kon antwoorden hiermee helemaal akkoord mee te zijn, zei mijn broer dat we die zaterdag ook naar België, naar Antwerpen zouden kunnen gaan. Naar het MAS, het Museum Aan de Stroom. De eerlijkheid gebiedt me dat ik er nog nooit van had gehoord. Ondanks dat het bekant al vijf jaar bestond.
Het leek me geweldig. Tevens een mooie gelegenheid het Rubenshuis te bezoeken. Isza wilde in het kader van het lidmaatschap van de Zevenburger Kwasten heel graag schilderijen zien. Rembrandt. Rubens. Vermeer. Aldus geschiedde.
In aanloop naar de dertiende februari liet mijn vader op de woensdag er voor een advertentie uit het plaatselijke sufferdje, De Stem van Dordt, zien. Een advertentie voor het digitaliseren van analoge beeld– en geluidsdragers.
Het is kwart voor zeven in de uchtend. Aan de Houttuinen in Dordrecht. Het RK–Ziekenhuis. Het jaar is 1960.
Drie kwartier daarvoor was er in de Algerijnse Sahara een Franse atoombom tot ontploffing gebracht, waarbij Frankrijk zich bij de atoommachten zou voegen. Het is ook de dag dat ik ter wereld kom.
Top van Vlaanderen. 2015 was het jaar van de Beste Buren. Ook in februari 2016 blijkt het dat nog steeds, met als fijne bijkomstigheid dat museumbezoek in het weekeinde van mijn verjaardag gratis is.
Openslaand lees ik op de eerste bladzijde dat er op de plaats van het museumgebouw een zestiende eeuws pakhuis heeft gestaan. Het vroegere Hanzehuis. Ik denk iets van of een sloop van een dergelijk gebouw niet ietwat zonde is — nu ik bezig ben mijn verslag over mijn verjaardag op te schrijven lees ik dat het betreffende gebouw eind negentiende eeuw in vlammen is opgegaan. Me dunkt dat wat er daarna gestaan niet echt de moeite waard was.
Ik blader verder en kom op bladzijde 14 de opmerkelijke zin tegen: “In de museumzalen hebben B–architecten voor een innoverende vormgeving gezorgd” . B–architecten? B–acteurs, dat begrip ken ik. B–sterren eveneens. Gewoon de tweede letter van het alfabet als een kwaliteitsaanduiding. Tweede keus. Zouden de schrijvers van de folder het woord “binnenhuisarchitect” willen verhippen? Of al doordravend de plank gewoon hebben misgeslagen. Ik vermoed het laatste. Ook na langdurig speuren op het internet geen bewijs voor het verhippen kunnen vinden.
Mijn broer komt eraan. De kaartjes die polsarmbandjes zijn worden omgedaan. We kunnen ons bezoek gaan beginnen.
Ik met mijn momentopnametoestelletje ben afhankelijk van de flits — ik heb geen super–cool–Lester–Young–Nikon zoals mijn broer die zonder flits kan werken. Na het maken van deze foto komt er een provoost op me af om me te vertellen dat ik niet met flits mag fotograferen... ...het zij zo. Gelukkig heb ik de foto’s van mijn broer nog.
De fles moet dus in de zandbak. In ruil mag je er een andere fles uitpakken. Zo krijg ook ik een boodschap. Tot op heden heb ik er niet echt wijs uit kunnen worden... ...misschien moet ik er een oproep over doen op Facebook...
[getekende bloem]
Ondanks dat zijn de wegen naar de verdiepingen prachtig.
Al met al was het bezoek aan het MAS een hele belevenis. Hoewel, voor mensen met een autistische spectrumstoornis is het niet altijd een gemakkelijke belevenis. Je komt een zaal binnen en je wordt omringd door duizenden lichtjes, of je wordt gedwongen in een cirkel van twaalf aan het plafond opgehangen beeldschermen te staan met twaalf verschillende video’s. Gelukkig zijn er ook rustmomente ingebouwd.
Voor mij was het de laatste verdiepingen een verzoeking. Mijn heup en knieën zijn aan revisie toe. Weer in de auto beland merkte ik dat ik helemaal op was. Tien minuten rustten en we rijden naar de Meir, om in de buurt van ons volgende doel, het Rubenshuis te geraken. Op naar een nieuwe impressie.
Tot mijn broer en familie terug zijn van het vinden van een parkeerplek lopen we richting het Rubenshuis in de veronderstelling dat dat daar wel iets te drinken zou zijn te vinden.
Na een uurtje komen broer en zijn familie er aan. Parkeerplaats vinden zonder zo’n blauwe kaart als ik heb, bleek een heidens karwei.
‘Ik heb ook nog twee broodjes hamburger op, Oom Arjan!’, zegt mijn oudste neef me. Tsja, groeistuipende kinderen. Ook de jongste heeft er twee op — groot gelijk heeft–ie.
Beste vriend Rubens,
Wilt u zo goed zijn de drager van deze brief toegang te verlenen tot de wonderen van uw woning: uw schilderijen, de marmeren beelden, de andere kunstwerken in uw huis en atelier. Het zal voor hem een groot genot zijn.
Uw dierbare vriend Nicolas–Claude Fabri de Peiresc
Uitgerust gaan we de poort van de herberg uit, een poort naar rechts. Wederom vanwege de burendag volkomen gratis toegang.
Weer zo’n foldertje met zo’n vrolijk “A”. Heel anders dan de summiere beschrijvingen in de folder van het MAS, is dit boekje uiterst informatief. Niet dat alle nummers van de kunstvoorwerpen terug te vinden zijn, maar dat komt doordat deze in bruikleen buitenshuis gegeven zijn. Daarbij ondanks de modaliteit van mijn onderstel zijn de trappen — vier eigenlijk — redelijk te doen.
Mijn vader vertelt me dat ik als kleine jongen hier ook al een keer ben geweest. Er staat me niet maar dan ook helemaal niets van bij.
Het huis is gezellig, een welhaast bruin café. Althans daar waar de kunst aan de muur en in de vitrine te vinden zijn. Het oorspronkelijke huis is vele male groter. Met een binnenplaats. Een prachtige tuin. Een wandelgang op de eerste verdieping met pilaren waardoor je op de het binnenplein en de tuin kunt kijken. Mijn hoofd blijft voornamelijk binnen. Regen en grauwheid.
Anglicaans priester Jamie MacLeod had het schilderij voor vierhonderd pond op de kop getikt. Op een goed moment dacht hij, laat ik eens naar The Antiques Roadshow gaan, het Britse equivalent van het Nederlandse Tussen Kunst en Kitsch. Aldaar geschiedde het wonder van de ontdekking van de Van Dyck.
Beste Lucas [Faydherbe],
Let toch goed op, wanneer u vertrekt, dat alles goed afgesloten is en dat er geen originelen of schetsen in het atelier blijven staan. Herinner ook Willem, de hovenier, eraan dat hij ons te zijner tijd de rosile–peerkens en de vijgen opstuurt als er zijn, of iets anders treffelijks uit de tuin. Kom toch zo snelals u kunt naar hier, zodat het huis afgesloten kan worden.
Je trouwe vriend,
Peter Paul Rubens
Mijn broer en gezin gaan nog even het centrum in. Wij lopen nog even over de Keizerslei. Naar een volgende zitgelegenheid.
Gisteren was de dag van de aanslagen in Brussel. Aanslagen die niets met de Islam te maken hebben. Dus of de paraatheid zo adequaat is geweest?
Met het Centraal Station in het verschiet — waar we ook nog binnen hebben gekeken om de sporen op verschillende niveaus te zien — komen we uit in Café Hulstkamp. Van Ostaijen hangt hier aan de muur. Volgens een bijschrift was deze dichter een graag geziene gast.
Isza verbaast zich over de Cote d'Or die bij de koffie wordt gepresenteerd: ‘Zo’n luxe chocolade krijg je erbij?’.
Na een uurtje komt de rest van de familie terug. Zoals gepland gaan we naar Merksem. Naar de Carrefour. In het gebouw van dit Vlaamse equivalent van de Auchan ligt het restaurant Lunch Garden. De geplande mosselen waren helaas niet meer leverbaar, gewoonweg op. Jammer, ik had Isza graag de mosselen willen laten proeven. Het alternatief was echter ook niet te versmaden. Visrolletjes. Een goed glas wijn erbij omdat ik jarig ben.
Daar gaan we voor zorgen!