De dieren hadden te eten gekregen. Het kippenhok gecontroleerd op eieren — vier — en ik nestelde mij met iPad voor de krantjes en de autobiografie van Chuck Berry — de Engelse uitgave: Berry, Chuck, The Autobiography, London 1988. Gekocht bij W.H. Smith toen ik Londen bezocht voor een tentoonstelling over Leonardo da Vinci. Ik heb daar zelfs nog een catalogus van, maar die ligt nog in het ouderlijk huis van Isza... ...derhalve geen bibliografische gegevens.
De mok met Roemeense motieven is van de Penny Market. De koffie van Douwe Egberts.
Een week geleden kwam Tibor “Cortorarul” — een cortorar is een traditioneel georiënteerde zigeuner — met zijn vrouw Maria en kleinkind Lolo bij ons de moestuin omspitten. 150 lei, een paar bakken koffie, een liter bier en een paar met kaas en ham belegde boterhammen met een bakje olijven ernaast. Die olijven verdwenen trouwens in zeer rap tempo in de mond van Lolo. 11 jaar is–ie en vol trots spit en spit hij. Hij vertelde me dat hij geen mobieltje meer had. Sinds ik een tweetal maanden geleden mijn pre–paid abonnement inwisselde voor een maandelijks abonnement — 35 lei per maand — en daarbij een Windows Phone cadeau kreeg, had ik het mobieltje over, dat ik van een goede FB–vriendin in Nederland vorig jaar had opgestuurd gekregen. Bij Lolo kan ik dus niet meer stuk.
Opgemerkt zij dat ik als Mac Evangelist nooit had gedacht iets te bezitten met een Winddoos–besturingssysteem, maar het moet gezegd, ik vind de bediening van mijn witte Nokia Lumia 635 vele malen makkelijkerder is dan het Android–besturingssysteem. Goed, er zit geen flits op en er is maar één camera op — dus zelfjes maken is wat omslachtig, maar het een alleszins goed–genoeg–voor–mij–mobiele–telefoon. Goed passend bij het simpele leven dat ik hier heb.
Tibor had een week eerder ook al onze wijnranken gesnoeid — 50 lei. Isza werkt overdag en ik mis de fysieke kracht zelfs wijnranken te snoeien, of de tuin om te spitten — het is niet anders. Zelf zou ik het trouwens nooit zo goed hebben kunnen doen. Vroeger, in de tijd dat ik nog bij mijn ex was, heb ik veel gewerkt op het land, van het poten tot rooien van aardappels en alles er tussen in, met de hak onkruid wieden, maïs oogsten, hooien... ...de dorpelingen stonden toen met open mond dat die Hollander dat allemaal deed. Het is die stap van integratie waar ik nu nog steeds de vruchten van pluk.
Gelukkig blijft er nog genoeg te doen wat ik zelf ook kan. Zo heb ik na voornoemde uchtendkoffie een was gedraaid en opgehangen, afgewassen, en het erf aangeveegd.
Isza kwam thuis en we zijn het achterterrein gaan bekijken en hebben daarnaast ook de nieuwste aanwinst, een gouden regen — 15 lei — geplant. Ik had nog met Isza een hele discussie. Ik zei haar dat een gouden regen tot boomgrootte kan groeien, zij zei alleen de struikvariant te kennen. We zullen zien wat het wordt...
De zaadjes van de struiktomaten — opgestuurd gekregen via goede vriendin Cătălina uit Nederland — zijn ter kweek in de plantenbak gegaan en de slazaadje zijn direct in de grond gegaan — de eerste moestuinaanplant van het nieuwe jaar.
Pootuien hebben we twee weken geleden aangeschaft. Verder willen we augurkenstekjes kopen in het bij Târnaveni gelegen Gănesti. Hebben we vorig jaar ook gedaan en die stekjes groeien als een tierelier. daarnaast hebben we vorig jaar veel zaadjes opgespaard: pompen, spaanse pepers, paprika, courgette, en amsoi.
Een eigen moestuin is leuk. Maar er gaat ook verhoudingsgewijs veel geld inzitten.Plus de kans op mizlukking — zo zijn afgelopen jaar zowat bij iedereen in het dorp de uien kapot gegaan. Ook is bij veel mensen — behalve bij ons — de druivenoogst kleiner uitgevallen dan normaal.
Zoals eerder te zien was, tuinafval wordt verbrand. Voor grotere terrein wordt soms het geheel afgefikt. Op het moment dat er niemand bij is om de brand in de gaten te houden, kunnen er in potentie onverkwikkelijke situaties optreden.
Drie dagen geleden kwam Tanti Aurica verschrikt aan de poort. Sinds haar man eind vorig jaar is overleden schijnt ze vaker in paniek. Hetgeen natuurlijk volkomen begrijpelijk is. Weliswaar heeft ze een gemeubileerd appartement in de grote stad, maar, zoals ze zelf zegt, zolang ze alleen op het platteland kan zijn, bezig zijn met de dagelijkse schijfjes vergankelijkheid van het bestaan — dat maak ik er weer van — blijft ze hier wonen. Makkelijk is het echter niet.
Goed, ze stond dus aan de poort: ‘Moet je even kijken, Arjan’
Ik loop met haar mee, vanuit de poort rechts. Ik zie aan de rand van het dorp een brede streep van vlammen en rook. Een brede streep die afzakt naar beneden toe. Een situatie, die we begin deze maand ook al hadden meegemaakt. Gusti was de schuldige. Op zijn stuk land, dat aan het onze grenst had hij zijn land aangestoken en was vervolgens een neut gaan halen. Volkomen ongecontroleerd gingen de vlammen richting de voormalige staatsboerderij. Ook toen stond Tanti Aurica aan de poort.
Buren op straat en Isza belt.
Om acht uur in de avond kwam Bela, onze burgemeester, poolshoogte nemen. De brand was inmiddels geblust door de bewakers van de voormalige staatsboerderij.
Zo scheen dus de procedure te zijn. De burgemeester komt poolshoogte nemen. Vijf minuten later kwam er een politiewagen met loeiende sirene aanrijden. Vroeg wie er gebeld had naar 112. Isza moest haar persoonsbewijs laten zien.
Gusti was zo zat als een Maleier en weigerde zijn persoonsbewijs aan de burgemeester te laten zien. Gusti zou een boete krijgen — hoeveel dat weet ik niet, wel weet ik dat Gusti drie weken boos op ons is geweest.
Trouwens Bela, de burgemeester, ging na constateringen meteen een afzakkertje halen bij de buren links van ons. Ik mag die burgemeester wel.
Een geluk was wel dat de brand zichzelf doofde. Noch Tanti Aurica noch ik wisten eigenlijk van wie het stuk land is. Ik wist wel dat dat gedeelte tot aan Kleinlasseln bezit was van de bewoners van de Strada Juler. Ik wist dat omdat ik vroeger op een van die stukken land aardappelen heb gepoot in de lente en gerooid in de herfst.
Ondergetekende met linnen tas vol proviand en wijn op weg te arbeiden op het land.
Ondertussen hebben Isza en ik achter ook een stapel met tuin– en takkenafval gemaakt. Momenteel regent het, dus het fikkie stoken is voor morgen, of overmorgen. Ik zal jullie beloven dat ik dan niet zal weglopen om een borrel te pakken...