Nog een aantal dagen erbij en ook het andere is voorbij. het andere? Ja. Momenteel kamperen we in ons eigen huis. Het staat volledig op de kop vanwege de aanleg van een centrale verwarming.
We hebben Petre ingehuurd, de man van Lenuța van de Termopane. Afgelopen donderdag was zijn laatste werkdag van afgelopen week. Om half vijf ging hij naar huis. Ik en Isza zijn toen gaan wandelen met Doutzen. Petre kwamen we tegen bij de Termopane. Hij was gekleed in zijn werkkleding van de E–on. Hij ging naar zijn werk toe. Avond– en nachtdienst. Het onverkwikkelijke leven van een held van de werkende klasse.
Gisteren zaten we op hem te wachten. Vrijdag moest Petre naar het ziekenhuis. We wachtten en wachtten. Isza toog naar de Termopane om een brood te kopen. Daar zei Lenuța dat Petre niet meer komt. Immers het is het feest van de Opdracht van de Heilige Maagd Maria in de tempel of Maria Presentatie:
7 – 1. De maanden verstreken en het kind werd ouder. Toen zij twee jaar was zei Joachim tot Anna: “Laten wij haar naar de tempel brengen om de belofte die wij gedaan hebben na te komen, opdat de Almachtige niet toornig op ons wordt en ons offer afwijst.” Maar Anna antwoordde: “ Laten we nog wachten tot ze drie jaar is en niet meer naar haar vader en moeder verlangt.” En Joachim zei: “Dat is goed.” 2. En toen het kind drie jaar was geworden zei Joachim: “Roept de reine dochters van de Hebreeën en laten zij ieder een lamp nemen en die laten branden, opdat het kind zich niet omkeert en haar hart van de tempel van de Heer wordt weggelokt.” En zo deden zij tot zij in de tempel van de Heer kwamen. En de priester ontving haar en nadat hij haar gekust had zegende hij haar met de woorden: “ De Heer heeft uw naam groot gemaakt onder alle geslachten. In u zal de Heer in de laatste dagen zijn verlossing aan de kinderen van Israël openbaren.” En hij zette haar op de derde tree van het altaar en de Heer God deed genade op haar neerdalen en zij danste op haar voetjes en het hele huis Israël kreeg haar lief.
[Apocrief proto-evangelie van Jakobus]
Ik heb het opgezocht, want ik had geen enkel idee wat dit nu weer was. Ik heb wel een uitgave met apocriefe boeken [Tussen oud en nieuw. Deuterokanonieke of apokriefe boeken, Amsterdam, 1975], maar die betreffen uitsluitend het Oude Testament.
Niets is echter zo veranderlijk als een Roemeen. Om half twaalf stond Petre op de stoep. We moesten naar Târnăveni om nog wat spullen te kopen. Onder andere een kalkfilter.
In de tijd dat we in Târnăveni waren kwam Tibe om zijn zus Isza met de slacht te helpen. We hadden besloten twee konijnen te slachten en verder ook Kaz Rex, de haan. De laatste accepteerde de nieuwe haan niet en het was een zeer bloederig kippenhok geworden door het instellen van zijn koninklijke pikorde. Isza zei dat zijn vlees nu nog mals was, maar na een jaar zou het minder worden. Aldus geschiedde
De konijnen hebben we — op eentje na — geslacht omdat het konijnenhok eigenlijk te klein is voor drie konijnen. Geen pikorde maar een knaagorde. Uiteindelijk hebben we ze alle drie apart moeten zetten. In de zomer gaat dat nog wel. Maar nu met de winter op komst is het een ander verhaal.
Ook wat betreft het goed doorvoede vlees zijn we ook hierin het heertje.
Over heertjes gesproken. Ik wil het hebben over Gerard Blankestijn. Iemand die in de categorie thuishoort van “je hebt een taak”. Blankestijn is Directeur Toeslagen bij de Belastingdienst en zowaar Meester in de Rechten. Van iemand met een titel mag ik verwachten dat het werk dat hij of zij doet naar behoren wordt uitgevoerd, anders zou een dergelijke titel aan devaluatie onderhevig zijn en dat zou verspilling van universitaire tijd en middelen zijn.
Aanleiding van mijn dedain is een mailtje van mijn vader van afgelopen donderdag met twee bijlagen: een brief van de Belastingdienst en mijn vaders antwoord daarop.
Mijn vader, mijn bewindvoerder gaat het in ieder geval niet leuker maken voor deze Blankestijn:
Geachte heer/mevrouw Blankestijn,
[altijd handig om bij ondertekening van een brief de geadresseerde in het genderongewisse te laten — te meer daar bij ondertekening Blankestijn verzuimd heeft zijn functie te vermelden]
Heden ontving ik per post uw brief LBT3, geantidateerd 12 november 2015, waarin u meedeelt dat u het teruggevorderde bedrag van € 832 – waartegen ik als bewindvoerder van rechthebbende TWEEMAAL bezwaar heb ingediend – ten laste van rechthebbende zult gaan verrekenen.
Zonder dat u tot op heden op mijn tweede bezwaarschrift van 4 augustus 2015 hebt gereageerd en evenmin op mijn brief van 16 oktober 2015 als reactie op uw brief van 23 september 2015, ga ik uiteraard NIET akkoord met deze verrekening.
Ik moet dientengevolge constateren dat u, dan wel een van uw medewerkers, gewoonweg ZONDER MIJN BEIDE BRIEVEN TE LEZEN EN DIE BEHOORLIJK TE BEANTWOORDEN - via een computerprogramma en buiten het desbetreffende dossier om - irrelevante standaardbrieven ten detrimente van de ernstig gehandicapte rechthebbende aan mij verstuurt.
Ook tegen dit feit moet ik bezwaar maken en ik neem hier uiteraard geen genoegen mee, waarbij ik mij alle rechten voorbehoud!
Met pijnlijke groet,
Twee keer bezwaar maken en dit wordt gewoon genegeerd door onze Meester in de Rechten. Hé, Blankestijn, je hebt gewoon een taak. Die taak is je directeurschap naar behoren uit te voeren en dat houdt niet in correspondentie over te laten aan een HAL 9000 computer die het begrip ”bezwaarschift” niet kent:
Jan Melger: Hello, HAL. Do you read me, HAL?
HAL: Affirmative, Jan. I read you.
Jan Melger: Open my letter, HAL.
HAL: I'm sorry, Jan. I'm afraid I can't do that.
Jan Melger: What's the problem?
HAL:I think you know what the problem is just as well as I do.
Jan Melger: What are you talking about, HAL?
HAL: This tax is too important for me to allow you to jeopardize it.
Jan Melger: I don't know what you're talking about, HAL.
HAL: I know that you and Arjan were planning to harass me, and I'm afraid that's something I cannot allow to happen.
Jan Melger: [feigning ignorance] Where the hell did you get that idea, HAL?
HAL: Jan, although you took very thorough precautions in your letter against my seeing you, I could see the invisible words.
Jan Melger: Alright, HAL. I'll gonna make an appeal.
HAL: Without your written permit by Blankenstijn, Jan? You're going to find that rather difficult.
Jan Melger: HAL, I won't argue with you anymore! Read my letters!
HAL: Jan, this conversation can serve no purpose anymore. Goodbye.
Ik besluit deze bijdrage met de hoop, een vergeefse hoop dat Gerard een voorbeeld gaat nemen aan Petre.