Ikzelf moest deze uchtend aan Kees Buddingh’ denken, omdat ik wist dat hij jarenlang een schrijverskamer had in het gebouw van het Dordtse Teekengenootschap Pictura, alwaar het stervenskoud was in de winter. Wellicht net zo stervenskoud als het nu in de voorkamer is, alwaar ik momenteel aan mijn blog schrijf.
Normaal gesproken is het in de uchtend redelijk uit te houden in de voorkamer. De houtkachelwarmte van de avond ervoor die doorgesiepeld heeft in de nacht maakt dat het nog redelijk uit te houden is.
Vanmorgen begon ik echter met een achterstand. Eerst samen met Isza de sneeuw weggeveegd op het erf en onze straatzijde. Zijdelings heeft dit ritueel ook te maken met een nieuw huisgenoot die we sinds twee nachten hebben.
‘Ik ben op zoek naar een andere plek voor Doutzen. En dan het liefst in Roemenië want ik merk dat ze daar zich het fijnst voelt. Gewoon lekker buiten zijn,’ schreef ze me. Ik ken Doutzen van de paar keer dat Janna en ik elkaar ontmoet hebben. Een op het eerste gezicht hele rustige hond met een groot Bucovina–gehalte. Dat laatste maakt haar een zeer goede bewaakster van het erf. Dit soort honden gaan zelfs gevechten met beren en wolven niet uit de weg om een kudde te beschermen.
Doutzen was al eens hier op bezoek geweest en was toen zelfs lekker gaan wandelen met Molda, de heuvels op.
Dat laatste gebeurde in Oarba ook niet, dus dat bezwaar bestond al gelijk niet meer. Dat met Johnnie konden we alleen in de realiteit meemaken.
Zo stapte Janna eergisteren op ons erf met Doutzen. Snuffel. Snuffel. Snuffel. We liepen naar achteren en ik deed het hek naar het afgeschermde stuk land open. Het ging meteen van hotseknotsebegonia rennen en rauzen — ze hadden meteen de grootste lol samen.
Gisteren gingen we bij Nene Costel melk halen en toen hebben we Doutzen lekker meegenomen uit wandelen.
...en meer wetenswaardigheden. Waarom de kerstliedjeszangers niet waren langsgekomen op Eerste Kerstdag. Het bleek dat kerstliedjeszangersverantwoordelijke, onze overbuurman Nelu, ruzie had gekregen met de priester. Hij had gemakshalve maar rondverteld — tegen de waarheid in — dat onze poort gesloten was en Johnnie vrij rondliep. Meteen werd het me duidelijk waarom ik Nelu al dagen niet meer had gezien.
Zo is er in dit dorp elke dag wel weer wat te beleven. Nu alleen Johnnie nog afleren dat hij niet tussen Doutzen en mij of Isza zich moet opdringen.