Maar inderdaad, er staat een paard met wagen op de weg en Nicușor is bezig te verhuizen. Het spiegeltje heeft hij nodig om de schoorsteen te inspecteren.
De andere kant van de medaille is wel dat Isza me zegt zich niet af te vragen wanneer we het spiegeltje weer terugkrijgen, maar of we het spiegeltje weer terugkrijgen.
Nicușoris een goeiige bent, werkt op gezette tijden in het buitenland en het verdiende geld smijt hij niet over de balk. Hij nodigt me uit het huis te bekijken. Ik loop met hem mee en zie op het erf gluiperds van het zuiverste water. Ze lijken allemaal op Cristi — ik droom nog wel eens van ’m als ik zwaar getafeld heb.
Ik loop flux met Nicușor vlug naar binnen en hoor een van de Cristiettes zeggen tegen een kereltje dat hij moet oppassen voor de honden van de buurman, want die bijten. Goed, dat zit wel snor.
Wat ook we snor zit zijn de plannen van de nieuwe buren met het huis — een mooie slaapkamer aan de straatkant, daarnaast een mooie woonkamer, vervolgens de hal die hal blijft en ten slotte een badkamer en keuken. Hoe verder van de straatkant af ik kijk, hoe vervallener de plafonds en muren. Het raam dat uitkijkt op onze tuin is waar hun hal zit — dat gedeelt e van het huis is er zeer slecht aan toe — stukken die uit het plafond zijn gevallen en wat dies meer zij. Nicușor vertelt dat het raam in ieder geval verdwijnt.
Inmiddels is Isza ook aangekomen op het erf. Samen horen we de erfplannen Het stuk aan de straatkant wordt een plek om te barbecuen en wat te drinken — ik zie Isza de schrik om het hart slaan. Thuis zegt ze, dat we maar af moeten gaan wachten hoe dat uitpakt, maar een leuk vooruitzicht vindt ze het niet. Een voordeel, we kunnen het al tijden goed vinden met Nicușor — het nadeel zit ’m in de aanhang.
Het spiegeltje ging niet met ons mee terug.