Ik had me voorgenomen lekker rustig naar Nederland te gaan rijden. Met twee overnachtingen in plaats van een. En. Onderweg leuke dingen doen. Dat daar niet veel van terecht is gekomen lag meer aan de hoosbuien, dan dat er niets te doen viel. Op een uitzondering na. In het Hongaarse Szolnok bleek tot mijn grote vreugd een heus museum vol van vliegtuigen te zijn. En niet eens zo gek ver weg van de route die we volgden.
Ik had ook nog bij Oostenrijkse klooster van Melk willen langsgaan, maar zoals gezegd: hoosbuien, en dan is een entree van een euro of tien zonde van het geld..
Na Melk zijn we bij Linz naar boven gegaan, Tsjechië binnen en lekker kuierend over de prima provinciale wegen — zodat we geen vignet hoefden te kopen — richting Duitsland. Door Plzen in centrum van het prachtige plaatsje Cheb — in het Duits Eger — een mooi, groot en oud hotel gevonden: Hvezda — veertig euro.
In Nederland aangekomen lekker eten bij broerlief, die met zijn gezin en mijn vader was neergestreken in een vakantiepark te Lochem. Immers de komende dagen zouden ze in Zutphen gaan helpen te beginnen met het leegruimen van mijn flatje dat ik daar nog steeds huurde.
Mihaela had sarmale — druivenblad gevuld met rijst en gehakt en kruiden gemaakt — en Dorina had voor mijn vader een flesje met sterke drank gemaakt van kornoelje meegegeven, dus een lekker aperitiefje was er ook.
De volgende dag kwamen ze in Zutphen aan om te inventariseren, schoon te maken, in te pakken en dat alles op basis van de keuzes die ik zelf moest gaan maken. Wat gaat naar mijn broer toe? Wat naar de kringloop? Welke boeken gaat Sylvia voor me verkopen — in ruil voor mijn ijskast? Wat ga ik weggooien? Verandering en keuzes — altijd dolle pret voor een Asperger...
Natuurlijk bestond het leven in die dagen niet alleen uit het bovengeschetste, Isza zou haar restaurantweekmoyenne aardig omhoogschroeven. Daarna was het ook een mooie gelegenheid het graf van mijn moeder te bezoeken.
Schoonzus Mihaela. Neef Alex zonder hoofd. Papa maakt foto met iPad. Isza
Al met al was het toch een fijne tijd, zo met de familie — alhoewel mijn neefjes meestentijds met spelletjes op hun Android–tablet bezig waren, of nog beter op mijn iPad of die van mijn vader, hun opa.
Momenteel heb ik hier in Roemenië een 450 boeken. Dat is ongeveer twaalf procent van wat ik in Zutphen had. Ik heb dus een 3800 boeken stuk voor stuk dan wel in hand gehad, dan wel de rug bekeken om een keus te kunnen maken. Mijn Buddingh’–collectie, Snoeks, Sectie Dordrecht, afdeling luchtvaart, strips en Sectie Grafisch ⁄ Typografie ⁄ Ontwerp ⁄ Uitgeverij zijn bij vader en broer opgeslagen. Mijn collectie Nederlandse literatuur 15e–eeuwse ⁄ vroeg 20e–eeuwse, alsmede gesigneerde exemplaren, eerste dan wel bijzondere drukken, boekenweekgeschenken zijn bij goede vriendin Sylvia terechtgekomen. Sylvia gaat die collectie voor mij verkopen. Mijn buurman heb ik blij gemaakt met zeven dozen Nederlandse en Duitse literatuur. Naar de Stichting Hand zijn een verhuisdoos of vijftien met allerhande boeken vertrokken, vooral omdat deze organisatie met de opbrengst er van vele goede projecten ondersteunt.
Makkelijk was het niet, niet vanwege de keuzes, maar vanwege de hoeveelheid boeken en de daarmee gepaard gaande tijd. Het doet me goed dat mijn in ruim vijftig jaar opgebouwde verzameling een goed tehuis heeft gevonden, dan wel gaat vinden. Een nieuw leven betekent voor mij ook een nieuwe bibliotheek.
Dank zij de connecties van broer — hij werkt op de afdeling Distributie Buitenland van Piet de Pijp — kon er qua prijs aantrekkelijke transporteur worden gevonden. Mijn Bosch–wasmachine die ik in september nog voor €150 had aangeboden ging nu toch maar naar Roemenië, evenals het gasfornuis, het door mijn vader rond 1950 aangeschafte eikenhouten bureau, twee schoenenopbergkasten, een bureaustoel, een fauteuil met bekleding van Velours d’Utrecht uit de jaren vijftig en een keukenkast.