Welnu, daar waren ze prima in geslaagd.
Nu, exact een jaar later — op een dag die mooi begon maar later guurder en winderiger werd — waren er wederom helden van de werkende klasse op mijn erf. Een week eerder waren ze begonnen de buitenmuren te bewerken met amorsă...
[amorsă — de DEX, het standaardwoordenboek Roemeens geeft niet echt een vertaling. Via zoeken op de fabricant kom ik er achter dat het een impregneermiddel is]
...en glet — pleisterlaagpoeder met water. Gisteren was het de tijd voor schuren en schilderen — anderhalve meter schuurpapier en latex met vier tubes kleurpasta. Florin onze schoonzoon met zijn zwager Kalman en Kalmans broer broer Bobo.
Kalman had eerst nog een akkefietje te regelen in Târgu Mureș. Drie jaar geleden had een arts gemeend de het Roemeense equivalent van de Wajong–uitkering van zijn gehandicapte zoon te schrappen. Waarom, zou je zeggen? Wel, de dokter meende dat Kalman veuls te mooie kleren droeg, dus een uitkering was niet nodig. Eigenlijk had de dokter een paar honderd euro smeergeld verwacht, maar die kreeg hij niet, domweg omdat Kalman zijn geld altijd goed besteed. Na drie jaar begon het toch te knagen dus gister togen ze eerst naar Târgu Mureș om een en ander te regelen. Gelukkig komt alles weer goed. De behandelend arts had twee vragen. Ten eerste vroeg hij zich af hoe een gezin van vijf kan rondkomen van tachtig euro in de maand en ten tweede vroeg hij zich af wie de uitkering had stopgezet. Op de laatste vraag antwoordde Kalman: ‘Dat was u, dokter.’