‘Hallo. Met wie spreek ik? Je bent niet Valer...’
Ik had twee uur gewacht tot mijn aangevraagde gesprek naar Roemenië plaats zou kunnen vinden en daar was het gesprek dan eindelijk daar. Een jaar of twintig geleden ging dat nu eenmaal zo. Laslău Mare beschikte toentertijd over een zogenaamde ringleiding; er was een telefoonkabel in het dorp waar alle telefoons op aangesloten waren. Dus belde je met iemand, dan kon iemand anders in het dorp de hoorn van de haak nemen en gewoon meeluisteren. Wilde ik met mijn aanstaande ex praatten, dan moest ik eerst 06–0410 van de PTT draaien. Vervolgens uitleggen dat ik nummer 69A wilde bellen in Laslău Mare, gemeente Suplac, district Mureș in Roemenië. Vervolgens ging die aanvraag over diverse geledingen, maar in ieder geval via een of ander voormalig STASI–gebouw in voormalig Oost–Berlijn dat al het telefoonverkeer van het west naar de voormalig Oostbloklanden reguleerde. Een uurtje of twee wachten — als het tegenzat soms wel vier uur wachten en dan kwam het gesprek eindelijk door. In die tijd zat mijn aanstaande ex op telefoon uit Nederland te wachten bij haar vrienden Valer en Mariora die een telefoon hadden met het nummer 69A.
Een paar maanden geleden had Tanti Rozalia van het telefoonkantoor te Suplac me gevraagd of ik niet wat door haar geborduurde tafelkleedjes wilde kopen. Niet wetende wat ik daarmee zou moeten doen zei ik haar dat ik daar het nut niet van inzag. Sindsdien gingen aangevraagde gesprekken steeds mis. Zo kwam ik die keer dus niet bij Valer en Mariora terecht, maar bij Liviu.
‘Ik ben het, Arioan, Liviu!’
Vervolgens maar een tijdje met Liviu gekletst die daarna terug verbond met Suplac en uiteindelijk koin ik alsnog met mijn aanstaande ex praten over de schijfjes vergankelijkheid van het dagelijks bestaan, dat voor bestond uit veel en hard werken op het land.
Liviu was de klusjesman van het dorp. Een kapotte wasmachine, een kapotte auto, een muur die gerepareed moest worden, een taxiritje naar de grote stad — Liviu maakte alles in orde. Als ik in het dorp was ging ik altijd even een bakkie bij hem doen. Let wel de bakkies waren niet gevuld met koffie, maar met lokaal dubbelgestookte pruimenjenever, genaamd rachiu.
Eenmaal voorgoed hier naar toe verhuisd begreep ik dat mijn badkamer door hem gebouwd was — let wel, er is niets recht aan die badkamer, maar het functioneert. Ook de berging en de kelder heeft hij gebouwd. Tevens zag ik dat na ruim twintig jaar hij nog steeds rondreed in een knalgele VW–bus met het opschrift “Apple Reparatur” — voor mij als macevangelist natuurlijk nog steeds mooi.
Een paar weken geleden zag ik zijn bus in Idrifaia tegemoetkomen. Liviu zat niet aan het stuur, maar zijn broer. Liviu was al een tijd behoorlijk ziek, een hersentumor. Afgelopen vrijdag is hij overleden. Liviu is niet geboren en getogen in Laslău Mare — zijn achternaam Roșian is een rariteit in deze contreien. Liviu kwam uit Mediaș, had een lief in Suplac waar het uiteindelijk nooit iets mee geworden is en ergens sinds de jaren tachtig blijven hangen in Laslău Mare.
Diezelfde dag brak de zon door. De grond was redelijk vochtig en een uitgelezen kans onze zes kweepeerboompjes te planten.
Yoghurt met limonadesiroop
1 l yoghurt, 1 dl limonadesiroop
Vermeng de yoghurt met de limonadesiroop en dien het gerecht in glazen, desverkiezend met een rietje en een waaierwafel op.
Voor mijn verjaardag had ik ook al appeltaart gemaakt en ik volgde dus gewoon weer dit recept. Echter in tegenstelling tot mijn verjaardagsappeltaart bleef het deeg van afgelopen vrijdag maar niet plakken. Ik vermoed omdat ik ditmaal meel gebruikte uit dat hulppakket van de EU en Roemenië — slechte kwaliteit dus. Een beetje olijfolie was het lapmiddel. Hoe dan ook. Het uiteindelijke resultaat was ietsjes aangebrand, maar de smaak was geweldig!
Gisteravond kwam Kinga langs met Antonia. Florin had een voetbalwedstrijd. Ik heb mama Rozi in Kleinlasseln opgehaald, zodat vier generaties en ik de rest van de taart hebben opgemaakt.