Ik ging met mijn gedachten even terug, toen de hoog onnatuurlijk blonde, edoch zeer vriendelijke bankdame mij vroeg of ik eerder een rekening had geopend. Waarschijnlijk scheen mijn naam op haar scherm te verschijnen...
...het zal 1997, 1998 zijn geweest. Ik zag hoe mijn schoonmoeder zich letterlijk uit de naad werkte om haar buffels te verzorgen. Door droogte stond het water in de put erg laag. Er was niet meer water dan strikt noodzakelijk voor eigen gebruik. Dat werd dus heel wat heen en weer geloop met emmertjes naar de Târnavă Mica.
En waarvoor eigenlijk Die paar liter melk per dag die bij verkoop een zeer kleine toevoeging op haar pensioen was en een keer per jaar een kalf om te slachten?
Ik besprak een en ander met mijn zwager. Of ik de buffels van Mama Dica mocht verkopen. Graag zelfs, zei hij me.
Mijn schoonneefje van acht ging op zoek naar een koper en vond die in het buurtdorp Șoimuș. Had voordien nooit van het dorp gehoord. maar toen ik op bezoek ging bij de koper aldaar, zag ik een prachtig Saksisch dorp. En niet met een lintbebouwing zoals zo veel dorpen hier in de buurt, maar met een ronde dorpskern met wat straten er om heen.
Ik kreeg voor Maria en Mariuța een enorme stapel bankbiljetten, omgerekend €500. En met die enorme stapel biljetten ging ik met mijn vrouw naar de stad om een bankrekening te openen voor mijn schoonmoeder. Ik werd daarbij mede benoemd tot gemachtigde.
Vandaar wellicht dat mijn naam op het scherm verscheen.
Ik dacht nog dat die BCR van toen helemaal niet zo klantvriendelijk was, welhaast onbeschoft. Het duurde en het duurde maar om een bankrekening te openen en dat scheen niemand te interesseren.Het verschijnsel klantvriendelijkheid werd pas later mode in dit land.
Bij het bestellen van de pinpas gingen mijn gedachten nog verder terug, naar het jaar 2000. Mijn ouders waren mee op bezoek naar Roemenië en ik ging naar de BCR om wat geld te pinnen. De flappentap was zojuist geïntroduceerd in Roemenië en ik wilde dat wel eens uitproberen.
De BCR van toen was nog niet het flitsende gebouw van nu, maar meer een zeer donkere bouwkeet, donker door te weinig TL en donker door te kleine ramen.
Ik haalde mijn pas tevoorschijn bij de inpandige flappentap en meteen kwamen er hele drommen mensen om me heen staan, klanten, bankpersoneel en de inpandige politieagent voorop. Ik bleek dus de eerste persoon te zijn die van hun “Bancomat” gebruik ging maken. Schaamteloos keken ze over mijn schouder mee, hoe ik mijn pincode intoetste en geld uit de automaat liet komen.
Ben wel blij met mijn bankrekening. Kan straks mijn nieuwe koelkast pinnen. Zodat ik eindelijk van die zwaar brommende oude af ben. Want, attenooi, dat continue aanslaan is ongelooflijk storend, zeker voor een Asperger zoals ik. Immers geluiden komen ongeremd binnen, zeg maar gewoonweg keihard.