
Zoals ge ziet is Kinga zwanger en nog een maandje en dan wordt Isza oma en beschouw me gemakshalve dan maar als opa.
Ida helpt tegen een ongetwijfeld kleine beloning met de verkoop van versgemaakte kürtőskalács. Een lekkernij die bij de Hongaarse minderheid van Roemenië hoort.
Om me heen kijkend zie ik trouwens dat er eigenlijk alleen maar kraampjes zijn met Hongaarse opschriften. Een Hongaars sprekende opperstalmeesteres die Hongaarse dansjes en liedjes aankondigt. En. Aardig wat Hongaarse klederdracht.
Met Kinga en Florin gaan we wat mititei eten, een biertje er bij — zonder alcohol voor mij ik moet nog rijden.
Zodra we die op hebben zegt Isza te willen gaan. Ze voelt zich ongemakkelijk bij al die Szeklers die van overal en nergens zijn komen opdagen naar Bahnea:
‘Straks kom ik de familie van mijn moeders kant nog tegen. Die gaan overal in Roemenië naar dit soort feesten toe.’
Haar moeder is een Szekler en Isza heeft iets tegen fanatieke aanhangers van Hongaarse autonomie, zoals de verwanten van haar moeder.
Tegen de avond komt haar moeder langs. Ze wil weten hoe het met Johnny gaat.En. Isza laat haar mijn huis zien. Ze vindt het allemaal geweldig. En. Had graag naar Bahnea mee gewild.
‘Dan hadden we daar nog steeds gezeten,’ zegt Isza.
Isza moppert dat de vent achter de microfoon wel een erg raar accent heeft:
‘Weer zo’n Hongaar die er voor uit wil komen slecht Roemeens te spreken. Met dat rare accent...’
Voor de goede orde, Isza is zelf “unguroică”.