Ik lees bovenstaande zin nog een keer; boldă is dialect voor de dorpswinkel — een gebouw gebouwd volgens standaardontwerp ten gevolge van het collectivistisch gedachtengoed uit de communistische tijd en zodoende in elke dorp hetzelfde er uitziet. Verbouwingen na de staatsgreep van 1989 even wegdenkende.
"Grund", dat hier in het dorp wordt uitgesproken als "grond", is ook een zeer interessant woord, alhier gebruikt om grondverf aan te duiden. De uitspraak er van is weer een aanduiding van Vlaamse en Brabantse invloeden in dit land.
In de middeleeuwen trokken Waalse, Vlaamse, Brabantse en Duitse landarbeiders naar Roemenië en zoiets laat sporen achter in het dagelijks bestaan van heden ten dage. Zo is er in de stad Alba Iulia nog steeds de voormalige gemeente Barabanț te vinden — in de middeleeuwen ook bekend als Villa Brabanthia. 'Were di!'
Helaas, geen grondverf. Gelukkig is de boldă naast een Winkel van Sinkel tevens een bar en daardoor ontmoetingspunt voor de dorpelingen.
'Of ik me niet verveel,' vroeg mij de uitbaatster.
Want ja, een man alleen, uit de occident — 't is dat de mensen mij hier al ruim twintig jaar kennen. Maar ja, ik kan haar de vraag niet kwalijk nemen, immers ouder dan twintig zal zij niet zijn.
Ik vertelde over mijn dagelijkse beslommeringen van's ochtends krantjes lezen op de iPad, Radio 1 luisteren via internet, wat schrijven. Huishoudelijke taken. Hout halen. Eten maken. Of zoals gister, van 10 tot 3 gewerkt aan een zwartboek over een zeer malafide stichting die hondjes uit onder andere Roemenië er adoptie aanbiedt.
Wat ik voor het huis betaald heb, of dat veel was. Ik legde uit dat ik me van te voren had georiënteerd. En veel huizen was tegengekomen van mindere kwaliteit en/of met minder grond voor een hogere prijs.
Ondertussen kreeg ik van een bij ons staande dorpsgenoot, waarvan ik het gezicht wel herkende, maar de naam niet meer, veel informatie over de vorige eigenaar van mijn huis.
Praktische zaken zoals het feit dat Jors Ioan drie jaar geleden was overleden en dat twee jaar geleden de straat werd ontmodderd door asfaltering. Dat ik daarom nog niet met mijn auto op mijn erf kan, omdat het hoogte verschil tussen asfalt en erf aanzienlijk is.
Dan had ik het huis maar twee jaar geleden moeten kopen, zei hij me met een grijns. Immers dan had ik wat kunnen regelen met de asfalteerder. Want Nelu lui Sana — zoals Iors Ioan in het dorp wordt genoemd — had zijn Dacia altijd op het erf geparkeerd.
Ik kreeg nog meer info: op mijn terrein hebben een aantal lemen hutten gestaan van arme mensen — wat er met die mensen en hutten is gebeurd, daar zal ik nog eens wat navraag over moeten doen.
En anders doet mijn dorpsgenoot wel navraag... ...of ik wist wanneer Lenuța — de jongere zus van mijn ex — uit Italië over zou komen. Ik zei hem dat ik dat niet wist, niet wilde weten ook, dat elk contact met dat geldbewuste verschijnsel — dit is een zeer groot eufemisme — door mij vermeden wordt.
Ja, maar je bent wel bij Nica — de jongste zus van mijn ex — vorige week langs geweest.
'Tjempie,' dacht ik: 'ik genereer nieuws hier in het dorp.'
Ik heb hem uitgelegd dat ik met Nica gewoon door een deur kan, maar die andere gewoonweg niet.
Ik zal daar later nog wel eens op terugkomen.
Begonnen op die zondagochtend. Marius en Șoni kwamen me helpen met de poort. Een nieuw slot en wat lassen en slijpschijven — "flex" heet zo'n stuk gereedschap, terwijl ik dacht dat zoiets "failer" heette... ...maar in ABR "polizor" wordt genoemd. Verwarrend soms, zeer verwarrend.
Hoe dan ook, mijn poort sluit als of er een engeltje over je tong fietst. Vaklui, die twee!
Mooi ook om te zien wat ze nog meer aan gereedschap bij zich hadden, of althans wat er in die kast zat. Een extra meterkast zo te zien, en inderdaad, toen er gelast werd was er slechts minimale stroomvermindering in mijn huis.
Geweldig idee. Simpel en doeltreffend.
En waar ik ook helemaal blij van ben geworden is het feit datik nu ook achter bij het platje licht heb. want het was me voorheen daar een partij pikkedonker 's avonds — rond de klok van zessen is het hier al aardig donker.
Na gedane arbeid gezellig keuvelen over van alles en nog wat. En. Een biertje drinken. Zo gaan de dingen hier.
Een update: mijn vaste reismaatje attendeerde mij op een foto die zij in april 2013 van de dorpswinkel had genomen. Links sta ik, in het midden Tanti Mariora en rechts een man die Nixon wordt genoemd — ik ga nog navragen waarom.
Mijn reismaatje wist het treffend te omschrijven: ‘Echt typisch voor daar, alle produkten moet je noemen of aanwijzen, niks niet zelf in je mandje gooien’