We hebben kippen. Mooie kippen. Grote kippen. Niet vetgemest maar liefdevol verzorgd — alhoewel desalniettemin zullen ze ooit in de pan dan wel oven belanden.
Kippen hebben voedsel nodig. In het begin, toen ze nog in de kuikenmodaliteit waren, kregen ze krachtvoer en maïsmeel. Nu krijgen ze tarwe– en maïskorrels.
Een paar weken geleden had ik medicijnen gekocht voor de moeder van Isza. Ze kon die niet terugbetalen dus kregen we van de week drie grote zakken maïskolven. Isza is deze sinds gisteren aan het schoonmaken. De korrels gaan in een plastic krat en deze wordt afgedekt tegen de muizen. De ontkorrelde kolf die overblijft — cocean genoemd en in de tas met klaprozen — is zeer goed bruikbaar als brandstof in de houtkachel, of als dop op een mandfles.
Isza heeft een metalen plaatje met puntige uitsteeksels met een touwtje om haar handpalm gebonden. Aldus wordt met de hand de maïs schoongemaakt. En dat drie zakken lang.
Vroeger, toen mijn fysieke modaliteit dat nog toe liet deed ik gewoon mee met dit soort werk In 1999 hielp zelfs mijn moeder zaliger mee met de oogst schoonmaken.
Hoe dan ook, momenteel even het bed uit, straks een soepje eten. Mijn eerste rachiu vanmorgen om half negen op de nuchtere maag gekregen om de de maag te desinfecteren... ...whatever, de bedoeling van vrouwe Isza was goed.
Door al die koorts kreeg ik wel postmodernistische buien... ...dus tot besluit het plaatje van de dag...