Je besloot er verder niets mee te doen.
Mij leek het een uitgelezen gelegenheid me af te vragen hoe dat eigenlijk in het Roemeens zit. Gasselterboerveenschemond — tevens in de buurt van veel romans van mijn grote schrijversheld Bert Jansen — is de langste plaatsnaam in het Nederland en 020 een van de kortste plaatsnamen.
Dat het Besluit bekendmaking spellingvoorschriften 2005 helaas het prachtige woord “koeieuier” uit onze taal liet verdwijnen door verplichtend ‘koeienuier’ te laten spellen vind ik nog steeds vrij jammer — geen angstschreeuw die dat dan compenseren.
Op naar de Roemeense varianten. Een zoektocht op het internet — je zegt altijd dat als je iets niet kunt vinden op het internet het niet bestaat.
Vijftien letters lang — zo lang is de langste plaatsnaam: Streisângeorgiu, een plaatsje in het district Hunedoara. De kortste plaatsnaam is Ip in het district Sălaj. Een dorp dat helaas ook naam heeft gemaakt als de plek waar op 14 september 1940 het Hongaarse leger 158 Roemeense burgers vermoordde.
De Roemeense “koeieuier” is volgens de DEX, de Roemeense Van Dale als het ware, “uiuiu” — alhoewel ik een interjectie toch van een andere orde van grootte vind dan een echt zelfstandig naamwoord, maar goed het zij niet anders. Het Nederlands daarentegen heeft weer geen woord waar je drie keer achter elkaar de letter “i” kunt plaatsen. Gaan we een medeklinker toevoegen, dan komen we op: ”acioaie” — in het Nederlands een koperlegering, gemaakt om klokken van te maken.
Een van de leukste zinnen in het Roemeens die we trouwens tot nu zijn tegengekomen is: ‘Oaia aia e a ei’ — dat zijn haar schapen. Overigens als een terzijde want we hebben het in de blog van vandaag het eigenlijk over woorden, niet over zinnen.
‘Leuk dat je toch meedoet trouwens’, — vandaar even de verschuiving in de tekst van “ik” naar ”wij”.
‘Dat van die schapen die van haar zijn, vond ik het vermelden waard. Vadaar dat ik toch meedoe met het blogje van vandaag.’
Daar het Roemeens geen keelziekte is zoals het Nederlands, hebben we eigenlijk niet echt een woord kunnen vinden dat angstschreeuwsgewijs veel medeklinkers achter elkaar heeft.
Het langste woord dat we vonden is “pneumonoultramicroscopicsilicovolcaniconioză” — in goed Nederlands: “pneumonoultramicroscopicsilicovolcanoconiosis”.