een enorm kabaal. een man vliegt over straat. Paard en wagen in de greppel. Ik stap naar buiten. Denk dat ze de betonnen mast van de lantaarnpaal annex kabelkast hebben geraakt.
Iszabela roept me terug onder het motto dat ik in elkaar geslagen kan worden. Ik kies eieren voor mijn bril en ga verder met koffie drinken.
Iszabela heeft wel trek in een biertje, iets dat ik niet in huis heb — gaan we toch even naar de Lucian? Zo gezegd zo gedaan stap ik naar mijn auto. Pas dan zie ik wat er eigenlijk is gebeurd.
Lamp linksvoor aan scherven, deuken, krassen en een spoor van een wagenwiel over mijn auto. Aggenebbisj. En attenooi.
De buren komen ook naar buiten. Adrian belt de politie. Die komt een uurtje later, zich verontschuldigend voor de vertraging, er was een echtelijke ruzie in Idrifaia. Zeer vriendelijk en fluks werd er een verklaring uitgeschreven dat ik geen ongeluk had veroorzaakt. Met dat bewijsje en schâ aan mijn auto kan ik in ieder geval weer verder rijden.
Futuți gura lui Cipri!