Hij stelt zich voor als Varga Cipri. Inderdaad de verkeerszondaar van gisteren. Hij wil met een voorstel komen. Hij probeert me een goedkope garage aan te smeren in Bahnea. Ik vertel hem dat ik reeds gesproken heb met mijn goede kennis uit Idrafaia die naast de discotheek van de burgemeester een bloeiend garagebedrijf heeft. En. Dat ik maandag al een afspraak met hem heb. En. Als ik die afspraak niet nakom ik gezichtsverlies lijd.
Ik zeg hem dat het rond de duizend lei gaat kosten. Zijn voorstel is om me elke maand honderd lei te betalen. Ik vertel hem dat ik gehoord heb dat hij in Duitsland heeft gewerkt. Dat geld bleek er reeds door heen. Zieke kinderen. Geen werk. Leven is zo moeilijk.
Aha.
Die riedel kan ik ook afdraaien. Klein pensioen. Arbeidsgehandicapt. Afhankelijk van de auto. Waar moet ik het geld vandaan halen? Invalidenparkeerkaart.
Uiteindelijk komt hij tot honderdvijftig lei per maand. En. Of ik geen hout nodig heb. Of hij niet voor me kan werken.
Ik zeg hem dat ik gewoon geld wil en laat hem een schriftelijke verklaring opstellen.
Zo heb ik iets om maandag mee naar de politie te gaan.
Bij zijn vertrek zeg ik hem nog wel blij te zijn dat hij mij keurig heeft opgezocht.