Gistermiddag na enen kwamen Arpi en Toderaș langs. We hebben afspraken gemaakt over het inrichten van het erf, dusdanig dat ik er mijn auto — ...eh, onze auto, Blonda heeft inmiddels de sleutels van huis, hek, schuur en auto bekomen — op kan parkeren, zodat dronken schorriemorrie niet meer op onze auto kan inrijden.
Voor vijfhonderd lei arbeidsloon zijn we het mannetje — bedenk me dat het wennen is te schrijven in eerste persoon meervoud.
Het is een geweldige ervaring de nieuwe blafjes te leren kennen. Is het voor een langsrijdende paard en wagen, of volk aan de poort.
Volk aan de poort dus. Emil en Lenke. Hadden nog een schuld bij me open staan en kwamen in CD’s uitbetalen. Kregen net als Arpi en Toderaș koffie uit de Senseo. Een apparaat dat inmiddels bij elke dorpsbewoner bekend is, omdat ik vermaard sta om de koppen koffie met schuim die ik schenk aan gasten.
Emil en Lenke zijn zigeuners. Dus dat zullen we weten ook. Of ik geen leesbrillen wil kopen. Video’s met Jet Li. Hoe moet ik ze uitleggen dat ik meer van Ulrich Seidl dan van Jet Li ben. Uiteindelijk weet ik ze af te wimpelen terwijl Blonda haar leven herinricht door al haar meegebrachte bagage te ordenen voor zover mogelijk. Voor zover mogelijk. Want de kast die ik van de voorkamer naar haar kamer heb verhuist kon ik niet meer open krijgen, noch ik en Iszabela samen — Blonda gelukkig wel, maar geen plankjes in de hangkast, aldus is het nog wat behelpen. Sowieso om dat bij de overdracht van het transport een bureaustoel over het hoofd is gezien.
Het moet gezegd, het is weer even wennen, het leven van een man alleen die met niemand rekening hoeft te houden en dat nu wel moet — maar ik zou niet anders willen dan met Blonda in een huis te wonen.
Inmiddels was de stand gister dus vier lege kopjes koffie. En daar zou nog bij komen. Wijnglazen. Gusti kwam binnen. Met een gescoorde wijnfles. En vervolgens kwam Iszabela kennis maken met Blonda. Wow, wat een klik tussen die twee.