Vroeger, toen ik vanwege mijn huwelijk regelmatig aan de andere kant van het dorp woonde kwam Nelu graag langs voor een glas en altijd had hij iets bij zich voor ons: schapen– dan wel geitenkaas.
Bij het eerste bezoek aan Laslău ter aanschaf van mijn huidige woning stond hij meteen op de stoep en blij me te zien, alhoewel zijn vraag of ik geen werk voor hem had wel erg snel van zijn lippen rolde.
Vorige week donderdagavond om even na zessen ben ik bij hem huis geweest la priveghi — de wake. Hij lag in zijn kist opgebaard in de voorkamer. Er werd een dienst gehouden en na de dienst bleek maar weer eens waarom ik de huidige priester van het dorp maar een raar menneke vind. De dienst gedaan kwam hij met een brede glimlach uit de voorkamer — een golf van mopperingen ging daarna door het dorp, want zoiets doe je niet bij een dode.
Naar zijn begrafenis zijn we niet geweest — we moesten naar de grote stad om boodschappen te doen en lang te gaan bij Kinga die met Antonia in het Kinderziekenhuis ligt. Antonia is behoorlijk ziek en krijgt infusen die bekant groter zijn dan haar armpje...