Ruim tweeëneenhalve maand geleden waren we bij haar op bezoek gegaan om aan te kondigen dat ik en Isza graag met elkaar in het huwelijk zouden willen treden. Onze vraag wat we daarvoor moesten regelen. In ieder geval een medisch attest dat we geen AIDS, harde sjanker en de tering zouden hebben. Verder toonde ik een uittreksel van de Gemeente Zutphen waarin vermeld stond dat ik besta met als burgerlijke status die van “gescheiden”. Die verklaring moest worden vertaald. Rabiate onzin natuurlijk, want leden van de Europese Unie accepteren elkaars officiële documenten zonder vertaling. Mijn vader de beëdigd vertaler Spaans en Duits had het laatste tiental jaren nauwelijks meer clandizie in het vertalen van geboortbewijzen, overlijdenscertificaten en wat dies meer zij.
Maar goed, ik wilde geen stennis schoppen en zegde toe een vertaling te regelen. Aldus, met de stand van tweeëneenhalve maand geleden, hadden we twee zaken te regelen om rechtens in het huwelijk te treden. Opgemerkt zij, dat ik het Middelnederlandse “houwelijk” dat tot in de negentiende eeuw gebruikt werd in wezen een mooier woord vind — dichter bij “houden van”.
Alzo gingen wij de voorbereidingen van ons huwelijk binnen. We gebruikten die tweeëneenhalve maand voor het regelen van de vertaling — honderd lei — en de medische attesten —tweehonderd lei. Daarnaast zorgden we dat ons huis onder handen werd genomen. Enerzijds vanwege de noodzaak, maar anderzijds vanwege de indruk die we op de gasten wilden maken — zo gaat dat nu eenmaal hier in dit land.
Op de foto wordt zand gestort en liggen de stenen al klaar voor het te vergroten achterterras.
zodat we het medisch attest kunnen regelen.
om het erf wat op te hogen waar de auto altijd staat krijgt maïskorrels te eten.
Met Bobo en Florin togen we naar Tanti Minerva in Bahnea. Haar zoon heeft een winkel aan huis in constructiematerialen. Op Bobo’s advies kocht ik stenen die met cement konden worden opgevuld, houten planken en balken en zeven zakken cement.
Kalman die was er dit keer niet bij, omdat die inmiddels naar Frankrijk was afgereisd om te gaan werken in de bouw. De spullen werden bezorgd en we belden om een afspraak met Bobo te maken. In vertrouwen hadden we het nog niet over zijn arbeidsloon gehad, immers voor het schilderwerk was een bescheiden prijs afgesproken die in overeenstemming is met de geldende regel die stelt dat arbeidsloon nooit meer kan zijn dan de helft van de waarde van het te gebruiken materiaal.
Inmiddels was Florin ook afgereisd, maar dan als aspergesteker in Duitsland. Bobo bleef dus over. We vroegen Bobo wat hij voor het karwei wilde hebben. Zonder aarzelen zei hij: ‘Vierhonderdenvijftig lei’. Zonder aarzelen zei ik hem: ‘Van z’n never nooit niet.’ Ik ging zelfs niet eens meer onderhandelen. Hij sputterde nog wat na: ‘Kalman zou zeshonderd lei hebben gevraagd!’. De waarde van het te gebruiken materiaal was niet meer dan vierhonderd lei...
Diezelfde dag hadden we buurman Florin bereid gevonden ons terras te vergroten. Voor tweehonderd lei inclusief eten en drinken. Naar later bleek dronk hij slechts thee en voor het eten maakte hij met tegenzin tijd.
— weg met dat vieze geel van voorheen!
We bleken echter nog een heel klein hobbeltje te moeten nemen. Om precies te zijn: ons huwelijk. Ik zal haar naam uit het begin van deze blogentree nog een keer noemen: Keresztes Matilda. Deze gemeentesecretaris had slechts één taak uit te voeren. Ons ruim twee maanden geleden afdoende voor te lichten wat we moesten doen om te kunnen trouwen. Als er nog wat zou zijn zou ze per ommegaande contact met ons opnemen.
Vorige week togen we dus met de medische attesten en de vertaling naar het gemeentehuis. De medische attesten bleken we een week eerder te hebben moeten ingeleverd. Er was nog geen aankondiging gedaan op de website. Ik bleek nog geregistreerd te zijn als zijnde getrouwd. Ik moest een bij een notaris afgelegde verklaring overleggen dat ik de Roemeense taal machtig ben. Ik moest een in vertaling en van de juiste stempels en zegels voorzien origineel van mijn echtscheidingsakte overleggen. Kortom een wagonlading aan formaliteiten. Te elfder ure. Als troost kregen we een voorgedrukt A–4’tje mee met de vereiste schriftelijke taaldaden. Keresztes Matilda. Deze gemeentesecretaris had slechts één taak uit te voeren. Ons ruim twee maanden geleden afdoende voor te lichten wat we moesten doen om te kunnen trouwen. Als er nog wat zou zijn zou ze per ommegaande contact met ons opnemen. Nooit meer wat van gehoord tot vorige week.
We konden dit nooit meer op tijd regelen. Hoe dan ook, ons feest zou doorgaan! Dan maar op een later tijdstip trouwen.
Aldus kwam onze eerste Nederlandse gast aan. We vertelden haar onze malheur. Onze Roemeense medelanders hadden we al eerder op de hoogte gebracht. De eerste cadeautjes kwamen daarna al binnen: een prachtige pannenset van Dorina, Marius, Lenuța van de Termopane met haar man Petru en de buren Aurica en Nelu. Van Adrian en Adelina een prachtig schilderij en superbe dekbedovertrekset.
Net als bij Sylvia zouden we onze Nederlandse gasten persoonlijk informeren bij aankomst.
Sylvia pakt uit!