What's the weather like out there? "It's hot. Damn hot! Real hot! Hottest things is my shorts. I could cook things in it. A little crotch pot cooking." Well, can you tell me what it feels like. "Fool, it's hot! I told you again! Were you born on the sun? It's damn hot! I saw - It's so damn hot, I saw little guys, their orange robes burst into flames. It's that hot! Do you know what I'm talking about." What do you think it's going to be like tonight? "It's gonna be hot and wet! That's nice if you're with a lady, but it ain't no good if you're in the jungle.
Tussen de vijfendertig en veertig graden de afgelopen drie weken, daar verweken hersencelletjes van en schaadt de creativiteit. Ik heb de dingen in en om het huis, het verzorgen van de dieren en het groen, naar de stad voor d boodschappen en af en toe een taxiritje. Heel veel water gedronken en veel gelezen — wat daarbij het meest is tegengevallen is het broddelwerk Onkruid [Amsterdam, 2013] van de bekende voormalige strafpleiter Abraham M., van een advocaat mag je betere verweerschriften verwachten; wat hij fout zou hebben gedaan wordt door hem onglooflijk gebagatelliseerd en het is de media die alles in het verkeerde daglicht stelt. Mijn vader was vroeger tolk–vertaler Spaans en Duits voor Justitie en wist twintig jaar geleden al te vertellen dat als je gebruik wilde maken van de diensten van Bram Moszkowicz, je verwacht werd om bij wijze van spreken meteen zo’n duizend gulden cash op zijn bureau te leggen, anders kwam hij niet eens zijn bed uit.
Gelukkig kwam ik tijdens het lezen ook pareltjes tegen, zoals The World's Worst Aircraft: From Pioneering Failures to Multimillion Dollar Disasters van Jim Winchester [Kent, 2005].
Sinds gister is het flink aan het regelen en daar raken de hersencelletjes opgefrist van. Plant en dier ook. Behalve Țiți — de kleine onverlaat is al twee keer ontsnapt naar de straat waar continu Paris–Dakar schijnt te moeten worden verreden. Ik vreesde met grote vreze, maar heb haar toch die twee keer weer in de armen kunnen sluiten.
Țiți moet nog wat groeien en wellicht dat ze dan weer naar buiten mag. Het is eerst goed gegaan, maar de ruimte onder de poort bleek te verleidelijk om niet te gebruiken.
“Weet je waarom er zoveel Zigeuners pocăit zijn..?”
Naar het Nederlands vertaald betekent pocăit ‘iemand die lid is van een neoprotestante kerkgemeenschap’, zoals de Kerk van de Nazarener, Evangelische gemeenten, Pinkstergemeenten,Vrije Evangelische Gemeenten, Vergadering van gelovigen, Zevendedagsadventisten, Jehova's getuigen en soortgelijke discipelen van Lou de Palingboer.
“...die zijn dat alleen maar omdat ze van de buitenlandse broeders en zusters veel hulpgoederen krijgen.”
Een van de boeken die ik tijdens mijn blogvakantie ook gelezen heb is Sla een spijker in mijn hart. Roemeense Roma na de revolutie van Mariët Meester [ Amsterdam, 2006]. Ik was daar een soortgelijke uitspraak tegengekomen — ik parafraseeer, want ik kan het zo gauw niet terugvinden, dat pocăit een synoniem voor hulpontvanger is.
Ik praat met Marian, de man van Anca. Bij Botul hebben afgelopen zondag een barbecue gehad. Zijn dochter Anca was op bezoek. Botul had door toedoen van zijn ex zijn dochter acht jaar niet meer gezien, laat staan dat hij haar man ooit ontmoet had evenals zijn kleindochter.
Marian was een typisch voorbeeld van een geslaagde zigeuner. Geboren in een straatarm gezin is hij niet bij de pakken neer gaan zitten. Zonder ooit zijn hand op te houden, van geloof te veranderen of anderszins afhankelijk te willen zijn van buitenlandse hulporganisaties is hij op eigen kracht uit het afvalputje gekropen. Ging werken om naar school te gaan, maakte zijn lyceum af en pakte daarna elke kans in Duitsland en Spanje. Met het verdiende geld kocht hij een huis in Slatina. Hij heeft daar een goede baan gevonden en is — terecht — trots op wat hij zelf bereikt heeft.
Die avond kwam die vriend. Florin. Van Kinga, de dochter van Isza.
De rest van de week zien we elkaar niet. Immers Isza heeft een baan gevonden in Nadeș. Daar zit ze elke dag aan een tafel om fittingen samen te stellen. Buiten de pauzes van 08:40 tot 0900 en van 12:00 tot 21:00 mag ze niet eten, praten, naar het toilet toe gaan en wat dies meer zij op straffe van inname van voedselbonnen. [link verwijst naar blogentree — onderaan — over het baantje van Isza]
O, wat is 't leven fijn
Als we niet aan 't werken zijn
Elke dag dat is een feest
Maar een vrije dag 't meest
De firma Erivan verzorgt het vervoer van de werkneemsters — er werken alleen maar vrouwen bij Erivan. In de uchtend om kwart over vijf precies wordt ze thuis opgehaald.Een half uur later is ze in Nadeș. Met hondervijftig kilometer of meer per uur en met zestien andere vrouwen in een busje gestopt. Dan uitgeladen worden op de plaats van bestemming. Snel een sigaret. Om drie uur uur zijn de heldinnen van de werkende klasse klaar. Klaar voor een volgende dag.
Van de week gaan we een nieuw kippenhok bouwen.
Na het kopen van het hout gingen Botul en ik naar Trei Sate. Botul ging bij de aldaar wonende gepensioneerde dokteres het gras maaien en twintig zakken appels persen. Ik was zijn chauffeur en dat was mijn bron van inkomsten. Bij het weggaan kreeg ik een soort appelgebak, een emmertje bonensoep — zojuist verorberd — en een liter rachiu mee.
Het was zeven uur dat we wegreden en even voor achten kwamen we weer bij mijn huis. Isza had gisteruchtend eerst bij haar thuis aardappelen gerooid en in de loop der middag naar mijn huis gekomen voor de schoonmaak. Bij aankomst zag ik gelukkig dat ze eten had gekookt, van de wijn was afgebleven en slechts twee flesjes bier op had. Veel beter zo.
Aanstaande zaterdag komt ze bij mij de aardappelen rooien. Verder gaan we de voorraadkelder inrichten voor mijn nieuwste aankoop de damigeană. Een van de weinige aan het Italiaans ontleende woorden in de Roemeense taal, namelijk de damigiana. Een mandfles.
Dat komt goed uit, want via internet twee weken geleden honderd liter most ingekocht. Niet zo maar most, maar most uit Jidvei. Een van de allerbeste wijngebieden van Roemenië. Honderd liter fetească regală met muscat ottonel. De fetească regală is in de jaren dertig van de vorige eeuw in het district Mureș ontwikkeld. De muscat ottonel is een meer internationaal voorkomende dessertwijn met een muskaatsmaak. De combinatie lijkt me een fietsende engel over de tong.
De most gaat in de mandflessen, een paar weken wachten en dan weet ik meer over de fietsmanskunsten van deze wijn.