Ik overhandig het even eerder ontvangen verwijsbriefje. De laborante kijkt er naar en zegt dan: ‘Ja maar, daar hebben we de fondsen niet voor...’
Woensdagochtend. Mijn eerste controle bezoek aan dokter Rușu Mihail.
Zo begon ik vorige week zondag mijn blogbijdrage. Echter het was nog tamelijk onoverzichtelijk in huis, zeg gerust een puinhoop vanwege de aanleg van de CV, zodat ik besloot om toch maar eerst op te ruimen. De voorkamer beloopbaar te maken en mijn nieuwe schrijfplek in te richten. Kast, bed en bureau zijn verhuisd. De kast nu rechts van de deur, het bed naar de voorkant van de kamer en het bureau naar de achterkant van de kamer.
Maar ik pik de draad weer op.
Woensdagochtend. Mijn eerste controle bezoek aan dokter Rușu Mihail. Keurig half elf present en om kwart over elf aan de beurt. Controle van hart– en luchtwegen. Kon wederom weer van alles vertellen over Nederland en wederom schamperde de dokter dat er zo veel “arabieren” en “negers” in Nederland zijn. Waarschijnlijk weet hij niet dat de bongerd in het dorp al vijftien jaar geleden is opgekocht door Mustafa de Syriër en dat tot volle tevredenheid van het dorp.
Rușu Mihail schreef een briefje voor het lab om mijn bloed te prikken. Voor de zekerheid belde hij nog even naar het lab.
‘Waar komt u voor?’
Ik overhandig het even eerder ontvangen verwijsbriefje. De laborante kijkt er naar en zegt dan: ‘Ja maar, daar hebben we de fondsen niet voor...’
‘U bent zo juist gebeld door dokter Rușu Mihail met de vraag of er nog budget voorhanden is voor het bloedprikken bij een arbeidsongeschikte...’
De laborante gaat dokter Rușu Mihail bellen... ...komt vervolgens terug en laat me plaats nemen om bloed te prikken. Vrijdag zou de uitslag bekend zijn. Die uitslag moest ik vervolgens weer persoonlijk bij dokter Rușu Mihail afgeven.
Dat daar uiteindelijk niets van terecht zou komen is weer een ander verhaal.
De volgende dag had ik mijn tweede doktersafspraak. Ditmaal met Szanto Agota, de dorpsdokteres. Bij haar recepten ophalen voor mijn medicatie. Keurig om twee uur present en om kwart over twee aan de beurt. Ze had nu tijd voor me gereserveerd en zich daar ook aangehouden.
Ik was vriendelijk, gaf de ontslagpapieren van het ziekenhuis, haar assistent kwam binnen en vroeg me of ik opgenomen was geweest. Ik vertelde hun beiden dat toen de ambulance kwam mijn hart soms een secondelang niet meer sloeg. Ze leken geschrokken — ik zou ook schrikken als ik zou verzaken. Hoe dan ook, ik werd gecontroleerd en kreeg de recepten mee.
Dat was donderdag. De vrijdag erop zou ik mijn medicijnen gaan halen en het resultaat van het bloedprikken. Het liep wat anders — de startmotor van mijn auto ging kapot die vrijdaguchtend. Ik had Nicușor, de buurman even naar Kleinlasseln gereden alwaar voor de poort van zijn moeder de auto niet meer wilde starten. Geen beweging. Wist ook niet hoe ik de automatische versnelling in de zijn vrij kon zetten — er zat geen beweging in.
‘Geen punt,’ zei Nicușor: ‘ik moet zelf toch naar Zoli toe. Mijn auto heeft ook problemen’. Een week gewacht en uiteindelijk zelf maar contact opgenomen met Zoli.
Afgelopen zaterdag is de auto naar zijn garage in Idrifai gesleept en vanmorgen hoorde ik dat de auto morgen klaar is.
Florin was vrijdaguchtend vrij, dus die kon me naar Târnăveni rijden, in ieder geval voor de medicijnen. Voor het lab ontbrak de tijd, want hij moest die middag gaan werken.
‘Is uw vrouw er niet?’ vraagt mij de blondine. ‘Nee, die werkt,’ antwoord ik. De blondine was compleet in de stress geschoten — mijn CNP zit ietwat anders dan bij Roemenen. Mijn verblijfsvergunning kent weliswar zon CNP, maar zonder “serie”, slechts een nummer. En dat paste niet in de computer. Ook het feit dat ik geen verzekeringspasje had — ik zei haar nog dat die voor buitenlanders nog niet zijn verstrekt — deed haar naar “mevrouw de eigenaresse” bellen. Zonder resultaat natuurlijk. Ik zei haar dat ik in het systeem als verzekerd sta geregistreerd, dat ik als zodanig een ziekenhuisopname achter de rug had en gewoon een recept van de dorpsdokteres had gekregen. De blondine bleef om een bewijs vragen, weigerde om mijn registratie op het beeldscherm goed te lezen, alwaar op staat dat ik geen verzekeringspas heb, maar wel ben verzekerd.
Ik ontplofte toen ze mijn verblijfsvergunning aan klanten liet zien die zich ermee begonnen te bemoeien.
Ik ging wel naar de Eco Apotheek. Zonder problemen kreeg ik mijn medicijnen mee. Ik was gered.
Onszelf zijn we ook niet vergeten. Zoals ik de vorige keer meldde hebben we centrale verwarming. Vorige week maandag is er iemand van een bedrijf langs geweest en die heeft voor honderd lei de installatie goedgekeurd, het garantiebewijs getekend en een schema gegeven voor inspectie.
Het is nu heerlijk schrijven in de voorkamer.
Of het aan de komende winter ligt ik weet het niet, maar afgelopen week zijn er wederom mensen overleden.
Eerst Ucu, de man van Tante Ana. Buren en vrienden van mijn ex. In het begin ook vrienden van me, maar nu beschouw ik ze als kennissen. Waarom? Als zeer verre familie van Nelu a lui Sana, de vorige eigenaar van ons huis, hebben ze na zijn dood zonder enig recht na het overlijden van Nelu, zijn hele huis voor negentig procent leeggehaald en dan echt op het niveau van “het leeghalen van de koelkast”. En daarnaast de roddels de ze verspreid hebben als dat ik mijn ex in Nederland wilde vermoorden. Ach die roddels, het zal wel, maar dat leeghalen van het huis...
...verder is er een buurman verderop overleden. Eentje die ik eigenlijk nauwelijks ken...
...vermeldenswaard is het overlijden van Albu Neluțu. Weliswaar iemand uit het dorp verderop maar onlosmakelijk met Laslăul verbonden omdat hij een nietsontziende rijstijl had — gerust met tachtig kilometer al bellend door het dorp. Die keren dat ik bijna dood had kunnen zijn was hij de tegenligger. Zijn vader is net zo. Bij Idrifaia is hij bij een inhaalmaneuver frontaal op een vrachtwagen gebotst. Na twee weken in coma gelegen te hebben is hij vorige week overleden. Ons dorp is wederom verlost van een snelheidsduivel.
‘Domnul [meneer] Mera is overleden...’
Ik ben perplex. Ik had hem woensdagavond nog gesproken bij de Termopane — hij met zijn vaste programma van een flesje Ciuc–bier met er naast een deciliter van het een of ander en ik met geen vieux maa een bitter voor de verandering. Altijd kletsen waarbij het ergens over gaat. Voor Aspergers een heerlijk iets. Soms met Isza erbij — maar nu ze door de week werkt... — en soms met Bade Gheorghe. Twee mannetjes van eind zeventig met een wat jongere van halverwege de vijftig. Afgelopen woensdag waren alleen wij tweeën er met Lenuța, de uitbaatster, die af en toe er bij kwam zitten als de cliëntele het toeliet. Anderhalve maand geleden had ik tegen meneer Mera gezegd dat ik hout ging overhouden vanwege de aanleg van CV. Hij had daar belangstelling voor. Afgelopen woensdag maakten we de afsprak dat hij zondag — eergisteren — bij me langs zou komen. Eergisteren ben ik naar hem gelopen, om afscheid te nemen.
Ik vind dit zo'n triestig verhaal. Mijn vader heeft het enkele weken terug net overleefd, gelukkig net op tijd maar ook al flink onderkoeld door buurman gevonden in zijn voortuin. Had heel de nacht buitengelegen na overmatig drinken. Hij dronk de eenzaamheid weg na het overlijden van mijn moeder. En ook dit is een werkelijkheid die vele mensen niet willen zien. Veel ouderen die alleen achter blijven, kinderen hebben meestal door hun drukke bestaan geen tijd meer om voor hun ouders te zorgen. [...] Ook voor jou lieve wensen en een hartegroet vanuit het verre Nederland.
Bovenstaand is een mailtje dat ik van een trouwe lezeres kreeg naar aanleiding van mijn requiem voor Domnul Mera. Zieleroerselen die er toe doen.
Het zal wennen worden zo zonder Domnul Mera in de dorpskroeg. Hij was de trouwste klant. In de uchtend kwam hij zijn boodschappen doen en dronk een biertje en in de avond kwam hij terug voor een tweede biertje met een borreltje er naast. Voor Lenuța gaat het stil worden nu de oud–bewaker van de bongerd — uit de tijd die toen nog in handen van de staat was — er niet meer is. Het wordt winter, het is koud, korte dagen, dus zo veel klanten maken in de avond geen gebruik meer van de bar...